Namens de "bewerkers, B, Loos jr., Minervaplein 5, Utrecht. Tel030-514884. GEACHTE REDACTIE, Bij het inventariseren van onze inlandse broedvogels, is mij bij sommige vogels iets opgevallen. Bij de merel b.v. heb ik gezien, dat deze vogels 2 of zelfs 3 x per seizoen een broedsel grootbrengenHiervoor wordt telkens een nieuw nest gebouwd. De bouw van deze mooie nes ten is in een paar dagen voltooid. Zoals we allemaal weten hebben vogels een goed ontwikkeld instinct En hier komt nu mijn eigenlijke vraag. Aan deze merelnesten is mij opgevallen, dat ze steeds op verschillende hoogten zijn geplaatst. Zo bevond het eerste nest zich op 1 meter hoogte; het tweede op grondniveau en het derde was op 1-g- m hoogte Na het nest gelegen op grondniveau, hebben we een droge periode gehad. Ten tijde van het derde nest was het een vrij vochtige periode. HAL LE GEKOZEN HOOGTE IETS TE MAKEN MET LE VOCHTIGHEILSGRAAL BIJ HET BROELSEL Mocht er iemand zijn die deze ervaring ook heeft opgedaan, dan zou ik het interessant vinden, dit te vernemen via de Steltkluut, Als er veel nesten gevonden worden op grond niveau, zou men daaruit een droge periode kunnen voorspel len. Misschien vindt u d.at een beetje te ver gezocht van mij, maar ik ben er zeker van dat de natuur nog vele ge heimen bezit, die we nog niet kennen. Geachte redactie, onder u zijn zeker mensen, die de moeite willen doen, op deze vraag te reageren. Bij voorbaat dank, R. Bleijenberg, Nieuw-Namen. Geachte heer Bleijenberg, Wij willen zeer zeker de moeite nemen uw vraag te beant woorden, maar, helaas, we weten het antwoord niet. Het is ons nooit opgevallen en voor zover ons bekend is er ook niets over gepubliceerd. Het kan zijn dat uw waarneming op zuiver toeval berust, maar misschien ook niet. Le enige oplossing is: meer gegevens verzamelen hierover, Als u en vele andere leden komend broedseizoen van elk merelnest - mogelijk ook de zanglijster er bij betrekken, maar het dan wel vermelden, - de hoogte boven de grond meten en gedurende de daarop volgende broed- en opfok- periode de weersomstandigheden noteren, komen we misschien iets meer te weten. We hopen dat veel leden hun gegevens te zijner tijd be- A2 schikbaar willen stellen. We zien alle waarnemingen met belang stelling tegemoet. We zouden nog wel een enkele opmerking willen maken, maar laten we eerst maar eens kijken wat er uitkomt. Redactie LE TORENVALK ALS BROELVOGEL IN OOST ZEEUWS VLAANLEREN IN 1975. door M.A, Buise. Waren er vorig jaar nog slechts 3 nestkasten bewoond, (en wer den er 3 verlaten), dit jaar werden er maar even 10 kasten door torenvalkpaartjes betrokken, hetgeen een vijfde deel van het aantal opgehangen kasten inhoudt. Voorwaar geen slecht resultaat. In tegenstelling tot vorig jaar toen vrijwel alle torenvalken werden aangetroffen in één gebied, nl. de kanaalzone (in ruime zin), waren ze nu over 2 gebieden verdeeld: kanaalzone, en het gebied ten oosten van Hulst waar wel het grootste deel broedde ditmaal, Voora.l rond de Louisapolder ten noorden van Nieuw-Na men was de dichtheid erg hoog (5 pr)op één na alle in nest kasten. Nr, Plaats soort nest jongen 1 Vlietdijk kast 6 2, Kruispolder kast 3. Margrette strobalen 5 4- Kraaghoeve kast 2 5. Hof Zeldenrust schuurkap 5 6. Zestigvoet kast 5 7. Kleine kreek kast 4 8. Vlaamse kreek kast 3 9. Nw-Louisapolder kast 10, Plattenhoek kast 3 11 Plattenhoek kast 3 12, Schelpkreek eksternest 13. Waterstraat eksternest 14. Havikdi jk eksternest 15. Zuiddorpe kast 16. Brug Sluiskil holle balk 17. Groenstraat eksternest 18. Braakman zuid eksternest 5 19- Braakman noord 20. Rummersdijk eksternest 41 Over de meeste broedgevallen is weinig bekend. 15 maart baltste 1 pr in de omgeving van de Schelpkreek in de SaaftingepolderHierdoor aangemoedigd vervaardigde de heer 43. 9 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1976 | | pagina 14