Nee hoor, de mensen rijden liever twee keer in de week hun veredeld gras plat met een gazonmaaier met 2-takt motor, zo dat <5<Sk het gehoor en de reuk van de natuurminnaar te lijden krijgen En de "nette" mensen staan nog altijd in hun recht ook als ze klagen, want de meeste verhuurders van woningen eisen dat de huurder zijn tuin "naar behoren onderhoudt" of iets der gelijks. Doet hij dat niet, dan wordt de tuin keurig gewied door de verhuurder op kosten van de huurder. Affijn, kort gezegd: een verwilderde tuin is in deze samen leving vrijwel onmogelijk door de heersende mentaliteit. Misschien iets voor de Vogelwacht om te proberen deze men taliteit te veranderen? b.v. door publikaties in de Stelt- kluut e.d. Met vriendelijke groeten ToM, IJsebaert, Leidinglaan 36, IJsebaert. Sluiskil. Toen we deze brief kregen was onze eerste reactie? die moet in De Steltkluut, als het mag, maar er zal wel een kort commentaar bijmoeten, want Bij nader inzien leek het ons beter van commentaar af te zien en dit eens af te wachten van onze lezers Welnu: wie reageert er? Uiteraard liefst via de redactie. Sp. NIEUWS UIT ZWARTENHOEK periode april/juni 1976. De weersomstandigheden van de afgelopen periode hebben zeker een weerslag gehad op de vogelbevolking van Zwartenhoek: vrijwel geen regen, strenge nachtvorst eind april en zeer warm in juni. De modder is poederdroog en gebarsten, hetgeen weinig aantrekkelijk is voor ruiters en andere steltlopers» Nieuwe soorten voor Zwartenhoek waren: een overvliegende boomvalk op 28 mei, een wijfje gekraagde roodstaart op 1 mei en een zingende sprinkhaanrietzanger op 12 mei. Dit brengt het totaal op 166 soorten en ondersoorten. De laatste wintervogels van Zwartenhoek waren smient (7/4)» pijlstaart (28/4), kuif eend (28/4), bokje (£4/4) waterpieper roodborst (28/4) putter (24/4) ën vink (2/4). Ook wintertaling (I 3en zomertaling (5/5) - reeds broedvogel alhier - bleven niet. Eind april vertrokken de laatste wul pen naar hun broedgebied. Losse waarnemingen voor Zwarten hoek waren: 1 fuut op 18/6 (doortrek), sperwer op 11/4 en 5/5> zwarte stern op 1/5 en vlaamse gaai op 19/4- De klassieke doortrekkers voor het gebied waren bontbek- 87. levier (5/5), witgatje (30/6), bosruiter 15oeverloper 2x), zwarte ruiter (5x), groenpootruiter (2x) en kemphaan (max. 90 in april en 80 in mei, met balts). De weidebroed- vogels ging het niet zo slecht: scholekster 2 x, kievit min. 10x, grutto 6x, tureluur 2x, watersnip 1x en kemphaan 1x, De broedvogels van de kale en spaarzaam -begroeide delen de den het ook dit jaar niet. Een tiental emmers schelpen en zand hadden in den beginne succes doch het vee vertrappelde gans de zaak. Visdief en kluut waren wel aanwezig, maar broed den niet. Strandplevier verscheen éénmaal. De kleine plevier gaf even hoop: 6x gezien zelfs met staartspreidenmaar uit eindelijk verkozen ze betere oorden. Eerder slachtoffers van de droogte waren grauwe gors (slechts één waarneming 7/4; in tegenstelling broedgevallen in 1973, 1974 en 1975) en steltkluut (1 mannetje op 1/5 Anderzijds toch weer mooie broedresultaten van bruine kieken dief, tafeleend, blauwborst en baardmannetje (3-=4x) Nog enkele aankomstdata: tortelduif en koekoek 1/5, boeren zwaluw 11/4, huiszwaluw 28/4, snor 12/4, kleine karekiet 7/4 (vroeg bosrie bzanger 125rietzanger 24/4, spotvogel 20/5, tuinfluiter en grasmus 8/5 en fitis 7/4 Zeer opvallend is het absoluut ontbreken van de grote kare kiet - voordien steeds broedvogel in het gebied. Daar tegen over staat dan weer het feit dat tussen 11/4 en 8/5, vijfmaal de regenwulp werd gezien tot max. 8 vogels uiterst zeld zaam te Zwartenhoek. Nieuwe broedvogels zijn: de holenduif en de cetti's zanger. Zag van deze laatste op 18 juni duide lijk een exemplaar met voedsel. Dit brengt het totaal op 67 soorten broedvogels. F„L. Tombeur. WAAROM DQODGEVONDEN DIEREN NAAR RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT GESTUURD Van tijd tot tijd verzenden we doodgevonden dieren aan het laboratorium voor zoölogische oecologie en taxonomie te Utrecht, kortweg Zoölogisch Museum Utrecht, We vroegen de directeur voor De Steltkluut een artikeltje te schrijven over het waarom en wat van het Utrechtse Zo» Museum Hieronder treft u zijn bijdrage aan» In een van de volgende Steltkluten zullen we een overzicht geven welke dieren naar Utrecht zijn verzonden. Sp, Beste Sponselee, Ik signaleer 2 vragen in je brief: 1Waarom heeft het Zoölogisch Museum te Utrecht "allerlei 88.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1976 | | pagina 9