dat zijn afdeling en vooral de kollektie die erbij hoort, in orde is en blijft. Huiden van vogels kunnen bijvoorbeeld worden bedreigd door de 'museumkeverdie eraan vreet; bezoekers en briefschrijvers moeten worden ontvangen en beantwoord; nieuwe aanwinsten moeten wor den geregistreerd en geëtiketteerd. Haast deze prakti sche werkzaamheden beoefenen vele konservators de diersystematiekof 1diertaxonomie1dat is de weten schap die onderzoekt welke diersoorten de aarde bevol ken, waar elke soort precies voorkomt, hoe verschillen de soorten onderling verwant zijn, en hoe de processen van de evolutie, waarbij telkens nieuwe diersoorten ontstaan en oude verdwijnen, verlopen. Een konservator kan worden bijgestaan door een preparateur, die nieuwe aanwinsten geschikt maakt voor opname in de verzame ling. Er zijn diergroepen, waarvan de taxonomie goed bekend is. Dat, zijn vooral de groepen met grote soorten. Iedereen weet, dat er een Afrikaanse en een Indische olifant is, die gemakkelijk uit elkaar te houden zijn (die uit Afrika heeft bijvoorbeeld veel grotere oren). Maar er zijn ook tal van diergroepen die minder goed of zelfs zeer slecht bekend zijn. Vooral bij kleinere diersoorten, zoals muizen en ratten, worden zelfs nog wel eens nieuwe soorten ontdekt, dat wil zeggen soor ten, die nog nooit eerder werden verzameld en beschre ven, En bij de lagere diergroepen, zoals de insekten en de weekdieren (slakken en schelpdieren) komt dat natuurlijk nog veel vaker voor: daar zijn veel meer soorten van, en deze zijn vaak zo klein, dat ze gemak kelijk lang over het hoofd gezien kunnen worden. Een taxonoom beschrijft diersoorten, geeft aan nieuwe soorten een wetenschappelijke naam, en probeert uit te zoeken waar een diersoort voorkomt en waar niet. En zo kan hij zijn hele leven besteden aan het onderzoek en de beschrijving van, ik noem maar wat, de vlinders van Europa, of aan de buideldieren van Hieuw Guinea. Als hij geluk heeft, zijn er van zijn diergroep ook fos sielen bekend, en kan hij wat verder ingaan op de evo lutie van de groep; omgekeerd is het soms mogelijk, om uit het verspreidingspatroon van een diersoort konklu- sies te trekken over de geschiedenis van de aardkorst, zelfs wanneer er geen fossielen bekend zijn. De vuur- 10.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1977 | | pagina 12