voorbeeld over eksotische diersoorten, die tegen de Nederlandse dierenhandel beschermd dienen te worden. Ik hoop, in het bovenstaande het nut van zoölogische verzamelingen een beetje te hebben verduidelijkt, Het is natuurlijk ondoenlijk, om in een paar bladzijden al les te kunnen vertellen. Ik hoop ook dat de lezers heb ben begrepen, dat elke vondst van een dier, vooral in Nederland, voor onze zoö'logische kennis van groot, be lang kan zijn, en dat zulke vondsten, voorzien van ge gevens zoals preciese vindplaats, datum, naam vinder, en mogelijke andere bijzonderheden, bij onze natuur historische museums zeer welkom zijn. Het is soms ver bazend, hoe weinig we nog maar weten van bepaalde, soms zeer algemene soorten. Veel van de kennis die we wel bezitten, is te danken aan de "belangstellende me dewerking van de zogenaamde amateur-biologen, Hat mag best wel eens worden gezegd, fBergmans, Assistent konservator zoogdieren Instituut voor Taxonomische Zoölogie PI, Middenlaan 53 Amsterdam, WEINIG VOOBKOMENDE GALLEN, Op 7 augustus "'976 vond ik in de berm van de weg in de Hedwigpoldernabij Nieuw Namen een akkerdistel, met enkele galachtige uitgroeisels. Daar ik deze nog nooit, eerder gezien had, besloot ik ze op te sturen aan het Rijksherbarium ie Leiden, Na enkele weken kreeg ik onderstaand briefje: Geachte heer, Hierbij zend ik u de determinatie van de door u ge stuurde gallen. Volgens het gallenboek van W, Dooiers van Leeuwen hebben wc hier te maken metUrophora cardui L. Over de verspreiding hebben wij hier geen gegevens, Docters van Leeuwen echter geeft op: plaatselijk alge meen, vooral in de randprovincies Overigens beschikken wij in onze gallencollectie slechts over één exemplaar ter vergelijking en we zou den het dan ook hijzonder op prijs stellen, indien we uw exemplaar in onze collectie mogen opnemen. W.J. Holverda, afd, Nederland. 12. G. Sponseiee.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1977 | | pagina 14