5. EXCURSIEVERSLAG AXELSE KREEK, 18-12-76 Rond 9.30 uur kwamen ondanks de kou en de dichte mist 11 deelnemers druppelsgewijs tesamen bij het brugje over de Axelse Kreek. Geprobeerd werd het een en ander op de kreek te ontwaren hetgeen nog niet meeviel. Toen de mist wat optrok bleken het enkele kuifeendjes te zijn samen met wat meerkoeten en stormmeeuwen Langs de waterlijn scharrelde een bonte strandloper, wat smienten vlogen verschrikt op, onder het uitstoten van de voor hen karakteristieke fluittonen, een ver waaide grauwe gans vloog een keer of tien over (was blijkbaar de weg kwijtgeraakt), wat baardmannetjes (en graspieper, maar toch wat anders dus, Graspiepertjes waren er ook en ieder kon goed het verschil in roep horen, Al ver op de Lage weg gevorderd, hoorden we ve le ganzen op de weiden achter de Zwartenhoeksekreek, maar we besloten deze toch maar niet aan te doen vanwe ge de tijd, Iedereen had blijkbaar toch meer zin in niet-aangebrande aardappelen. Op de Sassing moesten we rechtsaf om dan langs de noordzijde van de kreek weer op ons uitgangspunt uit te komen. Er bleek nog een la te excursieganger op ons te staan wachten, zodat ons aantal aangroeide tot 12 personen. Op de kreek zelf wa ren niet veel vogels, enkele watersnippen, wat pimpels, een grote groep meerkoeten en een groepje tafeleenden. Ook keken we even de Buthpolder in, waar tegen de gro- Eksltr. baardvrouwtjes) en rietgorzen welke elkaar achterna joegen tussen het dichte riet en voor we het wisten waren we al helverwege de Ooste lijke Rijkswaterleiding tussen het opspuitter- rein en de Axelse Kreek, waar we op een voor velen nieuw ge luid geattendeerd wer den, nlde roep van de oeverpieper, Een on opvallend geval, op het eerste gezicht pre cies hetzelfde als een

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1977 | | pagina 7