Bij veelvuldige herhalingen zal het rijke milieu uitein delijk geheel verdwijnen. In erg droge perioden, als bijv. de winter van 1975/1976, ontstaat cr door intensief bran den zeer veel schade aan de op de dijk staande bomen en struiken. Vooral jonge bomen, maar vaak cok veel oudeïre loperi daardoor aanzienlijke schade aan de schors op, die bij vorst zelfs kan scheuren, het gevolg van dit alles is dat er niet alleen schade san het landschap wordt toege bracht, maar dat de eigenaar van de bomen eveneens niet mis te verstane schade wordt berokkend omdat zijn bomen een soms sterk verminderde handelswaarde krijgen. Vooral het afbranden jan dijken in de maanden maart en april of zoals in deze droge zomer nog veel later tot in augustus, brengt ontzettend vef3l schade te weec daar de natuur dan reeds begint te ontluiken of reeds volledig ont loken is. Nesten met eieron of jonge vogels komen in de- vlammen ter wijl vele zeldzame planten niet tot zaad kunnsr komen, en daardoor nog sterker in hun bestaan bedreigd worden. De schade aan houtige gewassen is in de vegetatie periode aanzienlijk. Er rest niets dan een troosteloze blik op de ver schroeide aarde. Overgenomen met toestemming var Staatsbosbeheer te Goes. Naschrift Wilt u, voor u er toe overgaat branden als beheersmaatre gel toe te passen, voo1" alle zekerheid even nagaan wat de Algemene Politieverordening van uw gemeente op dat punt voorschrijft In de meeste gemeenten is het nl. verboden ruigten etc. af te branden tussen 1 maart en 1 oktober. Maar dit is niet overal hetzelfde. VQGELLIJST VAN HEI PEREBOOMSGAT:, met behulp van waarnemin gen uit 1974, 1975 en 1976. Door L.G. Persijn. DODAARSMogelijke broedvogel en wintergast. Dit broedseizoen enkele malen gehoord. In de winter meestal 1 ex. BLAUWE REIGER. Het hele jaar dooi' (behalve in de maand juni] te zien, maximaal ex. ROERDOMPE^n waarneming. 1 ex. op. 25-12-'74. (Volgens mijn schoonvader tot voor kort ook aanwezig in

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1977 | | pagina 20