Deze supportersbelangstelling moet de heer Blcyenberg wel het gevoel gegeven hebben van in eigen kring te zijn, want zijn presentatie kwam enorm sympatiek over. Om ongeveer kwart over acht werd de bijeenkomst geopend door G. Sponselee die een beknopte levensbeschrijving gaf over de spreker van deze avond en zijn verbondenheid met het land van Saaftinge. Ook memoreerde hij het grote ver- Lies voor Saaftinge van Dhr. F. v.d. Zande die deze week overleden was. Na deze inleiding ging R. Bleyenberg van start in zijn eigen streektaal, wat door velen van de aanwezigen zeer op prijs werd gesteld. Met oude kaarten waarvan hij dia's had gemaakt, begon hij de geschiedenis van Saaftinge te vertonen en vertelde daarbij over de studies die hij hier- ver had gedaan en wat hierbij ontdekt werd. Kastelen, mo lens, overzetveren, kloosters en oude fundamenten waren zaker waar hij heel wat van af wist. Via namen zoals Ijs kelder, Marlemontseplaat en Hondegat kwamen we terecht bij een paar bijzonder mooie opnamen waarop te zien was hoe Saaftinge =r onder onze voeten uitziet. Eerst de zandige afzetting uit het Pleistoceen, daarop een dikke laag Hol landveen en daarop de jongste afzettingen van zand en klei met aan de too de vegetatie. Langzaamaan vergleden we via beelden van deze vegetatie in het leven van de vogels van Saaftinge. Van de brutale zilvermeeuw die eigenlijk te talrijk wordt, van de kokmeeuw die er massaal broedt, van de visdiefjes, scholeksters, tureluurs en eenden en van de verschikkenjke ziekte botulisme waar we de laatste jaren mee geconfronteerd worden. Ook de schaapherders en hun kudden en de recreatie waren in beeld gebracht, waarbij de spreker op emotionele wijze pleitte, om de zaken die Saaftinge bedreigen zo veel als in ieders macht ligt, te bestrijder Dat deze bedreigingen er zijn, werd door hem duidelijk uit de doeken gedaan en vooral zijn laatste beelden van een oprukkende industrie in de richting van het Lend van Saaftinge vanuit België lieton op allen een verbijsterence indruk na. Toen de laatste dia's waren vertoond en het licht weer aan knipte, was een luide ovatie van de ongeveer tachtig aan wezigen het beste bewijs voor Bleyenberg dat zijn lezinq van net begin tot het einde geslaagd was. Als dank van de vogelwacht werd hem door de voorzitter G. Sponselee een prachtig vogelboek aangeboden wat hem ds opmerking

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1977 | | pagina 8