6. Slobeend. Een aantal waarnemingen van voornamelijk
mannetjes van maart tot juni. 5-4 1 paar.
7. Wintertaling. Regelmatig in klein aantal. Ontbrekend
van 27-4 tot 2-11.
8. Bergeend. Een aantal broedgevallen, ook in de buurt
van de Polsvliet. Vanaf 5-2 tot de herfst aanwezig.
9- Buizerd. 20-4 en 50-10 telkens 1 ex.
10. Torenvalk. Regelmatig te zien gedurende het gehele
jaar. Broedvogel op de Vlietdijk. Op 16—7 3 juv. in
de kast aldaar.
11. Blauwe kiekendief. 19-1» 12-2, 25-2, 25-5 en 6-4
1 ex. Vrouwtjes, 2-5 1 vr.
12. Fazant. Het gehele jaar talrijk.
15. Patrijs. Talrijk voorkomende vogel.
14, Waterhoen, Waarschijnlijk qua aantal de meest voor
komende vogelsoort.
15- Scholekster. Een tweede koppel heeft gebroed in de
buurt van de kreek. 6-4 2 kopnels. Zo ook op 1-7-
16. Kievit. Evenals in 1974 een achttal koppels gezien,
meerdere nesten gevonden en juv» gezien. Buiten het
broedseizoen in groepen tot ca, 500 dieren.
17- Bontbekplevier5-10 1 ex.
18. Goudplevier. Regelmatig in groepen tot max, 20 die
ren. Van 25-2 tot 9-11 geen waarnemingen.
19- Bokje. 6-12 1 ex.
20. Wulp. Dikwijls in kleinere groepen tot max. 20 die
ren. Pleisterend. In grotere groepen overvliegend,
21. Bruine kiekendief. 2-5 1 ex,
22. Grutto. Naast het reeds genoemde dier ook nog een
drietal ex, op 25-7 en 1 ex. op 2-7.
25- Tureluur. Op 20-5 werden 2 koppels waargenomen. Het
is niet zeker of beide daar ook gebroed hebben.
24. Kluut. 19-4 2 ex., 25-4 1 ex., 1-5 1 ex. en 5-5 1
overvliegend koppel. 5-6 2 ex.
25. Holenduif. 26-1 1 ex.
26. Koekoek. Vanaf 27-4 regelmatig in het broedseizoen.
Tot max. 5 ex.
27. Kokmeeuw. Talrijk.
28. Zilvermeeuw. 29. Stormmeeuw. In kleiner aantal dan
in 1974-
50. Houtduif. Een drietal broedgevallen. Het gehele
jaar in kleinere of grotere groepen.
51. Turkse tortel. Een broedgeval met zekerheid bekend.
In klein aantal gedurende het gehele jaar,
52. Gierzwaluw. Regelmatig enkele ex. in juni of juli
zoals: 26-6 2ex. en 8-7 4 ex. en 7-6 1 ex.
84-