97. diernwereld. Milieudynamiek kan gedefinieerd worden als het gezamenlijk effect van alle veranderlijken. Deze veranderlijken kunnen anotisch zijn (storm, brand of wisselende waterstand) of biotisch, zoals grazen of betreden. De veranderlijken hebben invloed op de plan tenwereld en via deze op de dierenwereld in een gebied. Dieren kunnen omgekeerd een dynamisch invloed hebben op de plantenwereld, door mest, en bijv. grazen en riet vraat door ganzen en meerkoeten. Een groot aantal voorbeelden die veelal op ons gewest betrekking hadden verduidelijkte deze beinvloeding, waarbij de heer Lebret ons vaak liet meegenieten van zijn grote ervaring bij het observeren van vogels en hierbij menige tip gaf. Aan het eind van de avond ging de heer Lebret nog uit voerig in op een aantal vragen uit de zaal, waarbij soms een levendige discussie ontstond. Dat de ongeveer 60 toehoorders de lezing zeer gewaardeerd hadden, bewees het applaus waarmee ze de spreker bedank- ten" G.H. Harts. RECTIFICATIE. In de vorige Steltkluut stond een waarneming van mij van het kleinste waterhoen aan de van Lyndenpolderse Kreek. Bij deze zou ik echter deze waarneming willen laten ver vallen en maar geheel willen vergeten. Ik zal uitleggen waarom. Het kleinste waterhoen is bij ons een bijzonder zeldzame Vogel. Het is dus oppassen geblazen wanneer men denkt met zo'n vogel te maken te hebben. Je moet ver draaid zeker van je zaak zijn. Allereerst moet je er zelf geheel van overtuigd zijn dat het inderdaad die soort is, maar ook moet je een erg nauwkeurige beschrij ving kunnen geven. Bij de Nederlandse Ornithologische Unie is het zo, wan neer je een zeldzame vogel alléén ziet, dat die dan niet wordt aangenomen. Je moet minstens met zijn tweeën zijn. Op het moment dat ik de vogel hoorde was ik er zelf he lemaal van overtuigd dat het een kleinst waterhoen was. Ik ken het geluid goed, want ik heb het op de band staan. Het is toch wel een kenmerkend geluid, een soort roller, die eigenlijk met geen vogel verward kan worden. Later ben ik samen met A. Klaassen en L. Calle terug naar die plaats gegaan, misschien zat de vogel er nog. Die avond hebben we wel wat geluiden gehoord die er sterk op leken,

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1977 | | pagina 11