Men onderscheidt nu twee vormen van sloten, nl.: 1. Taxodont slot, met een groot aantal gelijkvormige tandjes welke rechts en links van de top staan. 2. Heterodont slot, waarbij de slottanden (meestal 1 tot 3) verschiller.de vormen hebben. Ook de binnenzijde van de schelpen vertellen ons iets. Het weekdier sluit de schelpen met sluitspieren. De aan hechting van deze sluitspieren laten als het ware een lidteken achter in de schelp. Bij de meeste tweekleppigen vinden we in elke schelp twee van deze lidtekens (spierindruksels genoemd), nl. cén rechts en één links. Deze twee spierindruksels zijn mot elkaar verbonden door eer., lijn, de mantellijn ge noemd. Deze mantellijn loopt meestal evenwijdig aan ie onderrand van de schelp. Op deze mantellijn heeft het weekdier zich vastgehecht. l.S^ierindcukKis 2» Mort t%l Kjn Het zal duidelijk zijn, dat ook de binnenzijde van de schelp ons helpt bij het opzoeken en achterhalen van zijn juiste benaming. Zowel spierindruksels als mantel lijn zijn bij de vele soorten zeer verschillend. 104.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1977 | | pagina 18