in de vogelwereld. Volgens de tegenwoordig algemeen aan vaarde theorie kunnen nieuwe vogelsoorten alleen in af zondering ontstaan, hijvoorbeeld als het verspreidings gebied van een bestaande soort door landijs, zee, of woestijn in twee stukken wordt verdeeld. We noemen dit wel geografische soortvorming. Het eerste begin daarvan is geografische variatie, het bestaan van verschillen tussen vogels van één soort in verschillende delen van het verspreidingsgebied. Deze geografische variatie kan op allerlei kenmerken, zoals kleur, lichaamsvorm of af metingen betrekking hebben. Goudvinken in Hoorwegen en Zweden zijn groter en helderder gekleurd dan in West- Europa, Studie van deze verschillen en van Goudvinken in andere streken kan ons iets leren over de manier waarop Europa na de laatste ijstijd opnieuw met Goudvin ken is bevolkt. Wie zoiets wil onderzoeken kan dat niet alleen aan de hand van de verzameling in één museum doen. Onderlinge uitwisseling van materiaal tussen mu seums in allerlei landen is de enige manier om een goed inzicht in de geografische variatie te krijgen, Nu en dan ontvangt het museum in Amsterdam buitenlandse be zoekers, die de daar aanwezige Nederlandse vogels willen bestuderen. Ook de studenten van de universiteit kunnen als onderdeel van hun studie voor het doctoraal-examen de geografische variatie of de rui van bepaalde vogel soorten beschrijven. Een verzameling vogelbalgen is verder een uitstekend huimiddel bij het herkennen van enkele veren. Het komt bijvoorbeeld nogal eens voor, dat iemand die een onder zoek doet naar draadslachtoffers bij een hoogspannings leiding, van bepaalde vogels maar heel schamele resten vindt. Vaak is het dan aan de hand van balgen toch nog wel mogelijk om er achter te komen van welke soort die resten zijn geweest. Determinatie van vogelresten is ook van belang voor de luchtvaart, als er aanvaringen tussen vliegtuigen en vogels zijn geweest. Of voor ie mand die het voedsel van de Sperwer wil leren kennen door bij plukplaatsen veertjes op te rapen. Een deel van de dode vogels, die op het museum binnen komen wordt nog voor een ander onderzoek gebruikt. Van sommige soorten wordt de maaginhoud bekeken. Van andere werden onlangs ogen bewaard om in een biochemisch labo ratorium te Nijmegen aan een eiwitonderzoek te worden onderworpen, Eén van de medischehoogleraren van de uni versiteit is geïnteresseerd in de bouw van de longen 113.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1977 | | pagina 27