van grote vogels. Als een vogel te ver vergaan is om er
een fatsoenlijke balg van te maken is het soms mogelijk
om het skelet te prepareren. Zo probeert het museum ook
een dienstencentrum voor andere biologische onderzoekin
gen te zijn. We zijn bijzonder blij, dat de medewerking
van velen die ons materiaal sturen, ons hiertoe in staat
stelt
Tineke Prins, Zoölogisch Museum Amsterdam.
EEN ONDERZOEK VOOR ALLE LEDEN.
Na de Blauwe Reigertelling van afgelopen winter (de ge
gevens worden uitgewerkt door M. de Lyon) en de inven
tarisatie van beschermde planten (nog niet alle gegevens
zijn binnen) deze zomer, hebben we gezocht naar een win-
teronderzoekje waaraan alle leden gemakkelijk kunnen
meewerken
Onze keuze is gevallen op de slaaptrek van kraaiachtigen.
Het betreft vier soorten: de zwarte kraai, de bonte kraai,
de roek en de kauw»
De slaaptrek herhaalt zich dagelijks en zal vanaf heden
tot in februari/maart dagelijks waarneembaar zijn.
Het begin van de vluchten naar de slaapplaats ligt van
een uur tot een half uur voor zonsondergang.
Iedere avond kunnen we een aantal kraaiachtigen in vrij
wel dezelfde richting zien vliegen.
Troepen en troepjes komen bij elkaar en zoeken nog wat
voedsel. Daarna begint de vlucht naar de slaapbomen.
Hoe kan een ieder aan dit onderzoekje meewerken?
Vrij eenvoudig:
- Noteer een (enkele) keer (keren) per week in welke
richting de vogels vliegen (kompasrichtingen),
- Welke soorten en van elke soort hoeveel?
- Waar ziet u troepen kraaiachtigen tegen zonsondergang
gezamenlijk voedsel zoeken op het veld? Of plaatsen
- b.v» bomen - waar wel veel vogels bijeen zijn maar
niet blijven overnachten. Dit noemen we voor-verzamel
plaatsen.
- Waar ziet u vogels (welke soorten? hoeveel?) een bos
of boomgroep invliegen en er diezelfde avond niet meer
uitkomen?
Als we van veel leden waarnemingen mogen ontvangen, kun
nen we wellicht uit de gegevens de aanvliegroutes con
strueren, de voorverzamelplaatsen en we kunnen de slaap
plaatsen opsporen en mogelijk zelfs de aantallen vast
stellen.
114-