Opgewekt stapten we over de modderige Dekkersweg en zo dra we een beruchte vuilnisbelt gepasseerd waren in de Dekkerspolder ontwaarden we een echt typisch Zeeuws- Vlaams landschap: lange weiden, onderbroken door akkers en langs de weiden hier en daar een paar knotwilgen- In deze weiden zijn gelukkig nog de typische veedrink putten en het geheel is omgeven door dijken welke be plant zijn met populieren of laag struikgewas. Het weer was ons gunstig gezind; de zon kwam er door en de wolkenformaties aan de horizon zorgden voor een fraai uitzicht Ook de vogels lieten zich deze morgen goed zien en horen; roodborst, winterkoning en koolmees kregen we regelmatig van vlakbij te zien. Op de Suikerdijk hoofden we de roep van een Grote Bonte Specht die bij onze nadering wegvloog uit de populieren en ook een torenvalk zocht vlug een beter heenkomen. De kenners zagen al direct dat het een was. Zij die de cursus te Axel gevolgd hadden konden nu het tellen van vogels in de natuur oefenen, want op een kool zaadveld zaten een paar honderd houtduiven en kievitten door elkaar en er ontstond nog een discussie of er ook nog goudplevieren tussen zouden zitten, maar toen bij onze nadering de troep op de vleugels ging bleek dit niet waar te zijn. De groep kievitten werd geschat op 200 en de houtduiven op 350. Toch bleek nu dat het tellen buiten niet meevalt. Later zagen we nog twee grote groepen kievitten van plm. 200 stuks en een groep goudplevieren van plm. 50 stuks. Langs het gronddepot van de Axelse Vlakte, ontstaan door de kanaalverbreding in 1910, keerden we terug. Deze zijde van de Vlakte, is een ruig terrein met oude knotwilgen en braamstruiken, een uitstekend broedterrein voor kleine vogels. De bergeend broedt hier regelmatig in de vele konijneholen; ook wezel en bunzing komen hier nog regelmatig voor, maar wie weet voor hoe lang nog, want dit terrein is ook één van de door de industrie be dreigde landschappen in Zeeuws-Vlaanderen. Om 11.00 uur waren wij via de Amaliaweg terug bij ons vertrekpunt en daar het voor de meeste natuurliefhebbers nog te vroeg was om naar huis te gaan, werd er besloten om het opgespoten terrein in de Smitsschorrepolder te bezoeken. Alleen de jeugdige excursiegangers verlieten ons, daar zij na de middag cp Spui wilgen gingen knoten. Daar ook zagen we dat de natuur zich, na een ingreep van 135.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1977 | | pagina 23