dit de indruk van een verlaten landschap, waar geen
levend wezen te bekennen viel en volledige stilte
heerste. De heer de Kind merkte echter al gauw een
hoog overvliegende holenduif op. Een eindje verder
vlogen enkele watersnippen met hun kenmerkende hoe
kige vlucht uit hun dekking op. Hetzelfde gebeurde
met een fazant, waar een der deelnemers bijna op
trapte. Bij nadering van het bruggetje in de Putting,
werden we verrast door de brede vleugelslag van een
blauwe reiger, die onder de brug vandaan kwam. Het
dier kon kennelijk niet vlug genoeg voldoende stijg-
hoogte krijgen, want het raakte de draad aan de over
kant van de sloot met zijn poten. Hopelijk ongedeerd
vloog hij verder. Onder de brug bevond zich nog een
stukje open water waar de reiger misschien een visje
probeerde te verschalken. De afdrukken van zijn po
ten waren duidelijk in de sneeuw te zien.
Nadat we onze tocht vervolgd hadden kwam een vlucht
van 60 kolganzen over. Hun keffend gesnater klonk
helder en duidelijk in de vrieslucht. Bij de kleine
Putting gekomen zagen we een groep veldleeuweriken,
die bedrijvig heen en weer renden. Plotseling klonk
echter een kreet van dhr. de Kind: "Roofvogel" en
alle blikken werden gericht op de grote schaduw, die
uit de nevel, met de zon in de rug, kwam aanzweven.
Het silhouet van vleugels en staart maakte ons al
duidelijk, dat we hier waarschijnlijk met een kie
kendief te maken hadden. Toen hij de groep naderde,
maakte de roofvogel een zwenking, waarna we de witte
v-vormige stuitvlek goed konden waarnemen. De vogel
werd dan ook als blauwe kiekendief geïdentificeerd.
Het doel van zijn bezoek konden we vermoeden, toen
dhr. Sponselee een eindje verder een dood konijn
vond, aangetast door de ziekte met de moeilijke
naam en al duidelijk aangevreten door kraaiachtigen
of roofvogels. Om het gevaar door het verkeer te
voorkomen, werd dit dier van de weg verwijderd en
op het veld gedeponeerd.
Aan het einde der wandeling wachtte ons nog een
verrassing. Eén van onze Belgische vrienden ontdek
te in een sloot een fitis of een tjiftjaf. Hoewel
3 1