Terneuzen, eind september 1977
Dat er soms op plaatsen waar men het niet verwacht
toch zo het een en ander op "ornitologisch" te beleven
valt, leert ons de zogenaamde "Westelijke Landtong",
een opslag-terrein van Rijkswaterstaat nabij de West-
sluis, de zeevaartsluiste Terneuzen.
De Landtong is niet voor elkeen toegankelijk, want zo
gauw men van achter de woningen bij het binnenhoofd
van de Westsluis, waar ik woon, vandaan komt, ziet
men een hek waarbij het bord "Verboden voor onbevoeg
den"
Doch de diverse pluimages trekken zich van zo'n bord
niks aan, ze komen trouwens ook langs andere wegen
binnen dan wij. Bovendien trekt op het eerste gezicht
het terrein ons ook niet aan, want wat zou daar nu
te beleven zijn? Doch schijn bedriegt......
De "Westelijke Landtong" is ruim 600 m lang en vari-
eerd in breedte. Thans is 35% verhard met beton en
bestrating, 10% is half verhard en van het onverhar
de gedeelte neemt reserve materieel en-materialen
e.d, 20% ruimte in beslag, zodat 35% open, braak
terrein overblijft, begroeid met armetierige soorten
grassen en ook kamille, varkensgras, zilverschoon,
duizendblad en ander groen spul.
Bij de werken van 19^0 t/m 1968 voor het verbreden,
verdiepen of nieuw te graven kanaalgedeelten van het
Kanaal Gent-Terneuzen, tussen de toegangen naar de
zeevaartsluis en de reserve- en binnenvaartsluis is
dit terrein opgespoten met uit het kanaal gebaggerde
specie; zand met schelpen, weinig kleihoudend en
zilt. Het wordt als het ware geheel omspoeld door het
kanaalwater dat, zoals u wel zult weten, niet altijd
in een even goede biologische staat verkeert. Toch
wordt er momenteel wat paling gevangen; het water is
vrij helder en het wemelt er soms van de watervlooi
en.
Vanwege de situering in het toen bestaande en veran
derende landschap en de structuur van de grond werd
het een leuke "getij-over-wachtplaatsvoor de door
de vloed van de slikken langs- en de zandplaten in de
3 3