meld staan berusten dus practisch geheel op herin
neringen, uitgezonderd exact genoemde data en een
met een x aangeduid getal. In het overige kunnen in
de aantallen missers voorkomen, in de soorten hoop
ik van niet.
De vogels die tijdens het broedseizoen het meest op
vallen zijn de visdiefjes en daarvan bezit ik een
aantal aantekeningen van in een bepaald jaar voor
het eerst waargenomen exemplaren, t.w.
23-4-'70 - 3 ex., 21-4-171 1 ex., 24-4-73 3
ex.21-4-'74 ~x 2 ex.2 3-4-175 1 ex. en
18—4—76 —x 2 ex., allen dus op- en om de Landtong.
Ik sohat dat het aantal dit jaar tijdens hun broed
tijd, omstreeks juni-juli, zo'n 50 ex. heeft bedra
gen, wat naar ik meen weer minder is dan vorig jaar.
Ondanks de dit jaar uitgevoerde onderhoudswerkzaam
heden in en nabij hun broedgebied, denk ik toch, dat
van de ongeveer 12 legsels er ruim de helft zijn
uit gebroed. In een nest lagen meestal 3> soms ook
maar 2 eieren en dat wil dus zeggen dat ongeveer 15
jongen het levenslicht hebben aanschouwd, waarvan
zeker de helft de diverse aanslagen hebben overleefd,
dus zeg maar dat het gebiedje 10 jonge visdiefjes
heeft opgeleverd.
Het was tijdens het broeden beangstigend te zien,
hoe vaak de vogels werden verjaagd, ondanks de toch
wel betrachtte voorzichtigheid bij het in de buurt
komen
Luid krijsend vlogen de oude vogels, zo gauw ze de
indringer in de gaten kregen (en dat is verdraaid
vlug) cirkelend boven het gebied rond. Kwam de in
dringer nog dichterbij dan werd "de aanval" geopend.
Krijsend en een angstig gekwetter uitstotend doken
ze in scheervlucht op de indringer af om vlak erbo
ven als een pijl weer omhoog te schieten; ..mooi
maar ook zonde, want rust is toch een eerste vereis
te in een broedgebied. Hoe sommigen hun jongen toch
nog uit het ei hebben weten te krijgen en groot te
brengen is mij een raadsel, maar het gebeurt er en
waarom of deze vogels elk jaar dit gebiedje weer uit
kiezen als broedplaats; ik noemde het al "standvas-
3 5