ker en we kunnen het geluid tot op enkele meters
naderen. Pas als de takken van de struik bewogen
worden, stopt het geluid. De meningen van de excur
sie deelnemers zijn verdeeld: een vogel, dan is het
Snor of Sprinkhaanrietzangereen krekel of sprink
haan vinden anderen»
Wat het is wordt voorlopig in het midden gelaten en
we vervolgen onze tocht. Als we enkele uren later
terugkeren horen we het geluid nog. We beschikken
over kijkers 7 x 50 en kunnen tot op ca, 20 m nade
ren. Nu kan vastgesteld worden dat het inderdaad om
een vogel gaat.
De excursie wordt ontbonden, ik ga naar huis om een
telescoop te halen om met zwaarder materiaal de
waarneming voort te kunnen zetten.
De volgende aantekeningen kunnen worden gemaakt.
DE VOGEL. Een kleine Rietzanger, ca. 12-13 cm groot
met op de rug enkele moeilijk waarneembare strepen
en een wat vlekkerige indruk en donkerder. De kop
is ook zeer vaag in de lengte gestreept met donkere
strepen. Er is een niet duidelijk waarneembare oog-
streep. De staart is tijdens de zang duidelijk af
hangend, speervormig puntig van vorm en zeer vaag
dwars gestreept. Alles is moeilijk waarneembaar.
De kleur van de poten is oranje-bruin, veel gelij
kend op die van de Graspieper. De binnenzijde van
de snavel is duidelijk fel geel met een oranje keel
holte. Tijdens de zang is de afstand tussen de pun
ten van de snavel even groot als de lengte van de
snavel. De onderzijde van de vogel is isabelkleurig
en vaag gestreept.
ZANG. Vanaf 6.00 uur heeft de vogel onafgebroken
gezongen tot 725 uur, met 14 onderbrekingen die
niet langer waren dan tot 3 sec.
De zang is een aanhoudende triiiiii-trillerzeer
zacht maar helder en voorgedragen op één toonhoogte
Hoewel de aanloop een ankele maal zachter begint
duurt dit nooit meer dan 1 2 sec.
Naar mijn mening wordt deze zang niet altijd be
schouwd als die van een vogel, maar eerder als die