van het hoofdeiland Honshu Sargassum kjellmanianum zelf komt voornamelijk in N.-Japan voor). Yendo vermeldde dat de vissers in Japan vooral tegen het eind van het voorjaar vaak grote moeite hebben om hun schepen door de dichte bruinwieren- vegetaties in zee te brengen. De haven van Nemuro in N.-Japan was in juni soms zo gevuld met bruinwieren, dat een stoombarkas er nauwelijks doorheen kon komen. Maar het ging hierbij voornamelijk om andere soorten bruinwieren dan 5. kjell manianum en de f. muticum. Overlast van deze twee werd niet vermeld. Over het voorkomen van deze zeewieren langs de Japanse kust is mij verder niets bekend. Er zijn veel verwante soorten in Japan, die vaak zeer moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn en waar weinig over wordt gepubliceerd. Noord -Amerika Langs de Pacifische kust van N.-Amerika komt van nature o.a. het grote bruinwier Cystoseira geminata voor. Gedurende de tweede wereldoorlog leek deze alg zich sterk uit te breiden, met name in baaien waar men oesters kweekte. Pas in 1947 werd door een student ontdekt dat het hier ging om twee zeewieren, die sterk op elkaar geleken. Het duurde enige jaren voordat men de nieuwe alg kon determineren als Sargassum muticum (Fensholt, 1955). Deze naam is daarna algemeen geaccepteerd. Scagel (1956) gaf een overzicht over hetgeen tot dan toe bekend was. Na bestudering van collecties uit de periode 1944-1947 bleek dat S. muticum toen al aanwezig was op verschillende plaatsen langs de kust van British Columbia. Volgens enkele plaatselijke vissers was de Sargassum er al vóór 1941. Scagel maakt aannemelijk dat de alg meegekomen moet zijn met Japanse oesters (Crassostrea gigas), die reeds sinds 1902 regelmatig geïmporteerd werden en in oesterbedden werden voortgekweekt. Sargassum muticumdie al gauw „Japweed" werd genoemd, verspreidde zich van British Columbia niet naar het noorden, maar wel (tegen de heersende zeestromingen in) naar het zuiden. In 1970 had de alg het zuiden van California bereikt, zo'n 3000 km verder. En in 1973 werden ook vondsten uit de Golf van Californië (Mexico) gemeld. Jammer genoeg is er in Amerika tot nu toe weinig onderzoek aan deze immigrant gedaan. Wel is aannemelijk gemaakt dat dit grote bruinwier (het kan meer dan 10 m lang worden) een grote competitiekracht heeft. De dichte bossen schermen het licht af voor andere algen en zeegrassen. En de planten groeien snel: 1-2 cm per dag is bij een watertemperatuur van 15°C normaal! Bij 25°C is de groei sneller, maar beneden de 5 °C staat zij stil. Vooral in voorjaar en zomer geeft deze alg veel overlast. In jachthavens groeit ze aan steigers en pontons. De van luchtblazen voorziene algen groeien snel naar de oppervlakte en bedekken flinke oppervlakken met hun drijvende delen. De schepen kunnen moeilijk aan de kust komen, vooral als ze nog enkele van de taaie stengels van de alg in hun schroef hebben gekregen. Niet voor niets wordt ook de naam Wire- weed" gebruikt: het is net prikkeldraad. De steigers zelf worden glibberig en netten en vislijnen raken verward in de algenmassa. Overal waar men zeewater gebruikt (als koelwater, voor drinkwaterbereiding, voor zeewaterbaden of voor brandblussing 5 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 12