b.v.) raken de inlaten verstopt. Afmaaien helpt niet; de losgesneden algen blijven even hard groeien en vervuilen de stranden nu ook nog! Verder blijkt er in Amerika geen enkel organisme te zijn dat deze alg aantast of zelfs maar van de volwassen planten eet. Al met al een onaangename verrijking van de mariene flora! Engeland In januari 1973 waarschuwde de Amerikaanse algoloog Druehl voor het over lange afstanden transporteren en daarna invoeren van mariene organismen. Met name met oesters kunnen allerlei andere organismen meekomen. Druehl voorspelde dat Sargassum muticum binnenkort wel in de Atlantische Oceaan zou opduiken, als direct gevolg van het vervoer van grote hoeveelheden levende oesters vanuit British Columbia naar de oesterpercelen in Frankrijk in 1972. Op 17 februari 1973 werden 30 vastge hechte planten van S. muticum gevonden op een beschut gedeelte van de kust van het eiland WightDe grootste planten waren 1 meter lang en alle waren steriel (Farnham e.a., 1973). Op 4 mei van dat jaar waren er enkele honderden planten (de grootste langer dan twee meter) en er waren al fertiele exemplaren tussen (Irvine, 1973). Op een speciale bijeenkomst van Britse deskundigen werd besloten een poging te doen de alg uit te roeien. Midden mei werd begonnen om met een grote groep vrijwilligers, allen ge wapend met grote plastic zakken en scherpe messen, de algen te lijf te gaan. Voorzichtig werden alle exemplaren van de rotsen verwijderd. Aan het eind van de eerste dag had men 70 grote zakken vol (ongeveer 2 ton nat gewicht). Maar men was al te Iaat. Spoedig werden losse planten op een aantal andere plaatsen in de omgeving gevonden (Anonymus, 1973). Een grote populatie bleek zich in de haven van Portsmouth te bevinden (Jones Farnham, 1973). Ondanks grote inspanningen bleek het niet mogelijk te zijn om de alg onder controle te krijgen en ook op de oorspronkelijke vindplaats is het uitroeien niet gelukt (Boalch Powell, 1975; Norton, 1976). Dit komt o.a. omdat zowel de voetschijven als losgeraakte kleine stukjes weer kunnen uitgroeien tot nieuwe planten (Fletcher Fletcher, 1975) en omdat zelfs afge broken fertiele delen gameten enkiemplanten blijven afgeven (Norton, 1976). Volgens de Engelse algologen is het niet mogelijk dat de Sargassum in Engeland is ingevoerd met Japanse oesters (Farnham e.a., 1973). Zij menen dat de alg (zoals vele andere algen) moet zijn meegekomen met een schip. Maar van Franse zijde wordt dit laatste betwijfeld (Gruet, 1976). Frankrijk Reeds in juni 1975 werden aangespoelde planten van het Japans bessenwier gevonden bij de Pointe du Hoc in Normandië (Cosson e.a., 1977). Vastgehechte planten werden het jaar daarna op diverse plaatsen in Normandië gevonden (Gruet, 1976; Cosson e.a., 1977), in één geval zelfs op 25 meter diepte. Vooral in de omgeving van de oester bedden van St. Vaast-la-Hougue was de alg in juni, juli en augustus 1976 zeer talrijk. In augustus 1976 spoelde het Japans bessenwier aan bij Ambleteuse in N.-Frankrijk (Compère, 1977). In Normandië worden geen pogingen gedaan om Sargassum b 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 13