Nederland Op 16 april 1977 werden zes planten (de grootste was 80 cm lang) gevonden op het strand van Renesse door de heer J. Viergever. Het naar het Rijksherbarium opge stuurde exemplaar fructificeerde rijkelijk. Spoedig daarna volgden meldingen van Den Helder (hierbij was één plant uit de veerhaven, die 2 m lang was) en Texel (beide gevonden door de heren P. H. M. Huwae en A. W. Fortuin), Katwijk aan Zee (W. F. Prud'homme van Reine en P. H. M. Huwae) en Monster (A. W. Fortuin). Vast gehechte exemplaren zijn (nog) niet gevonden. Sargassum muticum fig. 1) is heel gemakkelijk van andere wieren te onderscheiden. De lange, dunne, soepele, taaie stengels dragen een groot aantal sterk vertakte zijtak ken. Als de hoofdstengel horizontaal wordt opgehouden, hangen bij verse exemplaren de zijtakken slap naar beneden. Aan de takjes zitten kleine „bladachtige" delen en in de oksel daarvan bevinden zich weer kleine asjes. Aan deze kleine asjes ontstaan de spoelvormige voortplantingsorganen en de kortgesteelde ronde of ovale drijfblaasjes. Vooral deze drijfblaasjes („besjes") die 3 tot 6 mm groot worden, zijn kenmerkend voor Sargassum. Er zijn verscheidene andere zeewieren met drijfblazen, maar geen enkele andere met ronde eindelingse besjes. Vooruitzicht Het is te verwachten dat het Japans bessenwier ook in Nederland overlast zal gaan geven. Binnen korte of langere tijd zal het zich aan onze kust vestigen. Ter bestrijding is nog geen andere methode bekend dan het zeer zorgvuldig verwijderen van alle planten. In Engeland heeft dit geen succes gehad, maar als we er op tijd bij zijn lukt het misschien wel! Er mag geen stukje voetschijf blijven zitten en er mag ook geen enkel stukje van de plant afbreken en wegdrijven. Vooral in onze havens en in de Ooster- en Westerschelde is vestiging te verwachten. Als U denkt dat U deze soort gevonden heeft, stuur dan een stukje naar het Rijks herbarium, afdeling Algologie, Schelpenkade 6, Leiden. Gaarne datum, vindplaats en eventueel substraat vermelden. Aanvulling: op 27 maart j.l, werd deze wiersoort aangetroffen in de Westerschelde aan de vroegere Kalootten oosten van de huidige Sloehaven. (PZC 8 april 1978). Sponselee Nieuwe vondsten melden aan dr. P. Nienhuis, Delta Instituut, Yerseke. Tel. 01131—1920. 6 1

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 15