maar die zijn te groot, want deze vogel was maar een goede 20-25 cm groot. Ik schreef zijn signalement op en gaf het aan de heer Sponselee. Die maakte mij er op attent dat het in verhand met de zware storm van de laatste dagen wel eens een stormvogeltje zou kunnen zijn. We zijn in verschillende vogelgidsen gaan zoeken en het was inderdaad een "Vaal Stormvogeltje dat landin waarts was gevlogen (of gedreven). De vogel viel mij direct op het meeste nog wel omdat hij zo klein was, maar ook de korte staart en de aparte vlucht, zo ongeveer als een stern die even aarzelt alvorens hij op zijn prooi duikt. A. de Kind. GEHOORD Waarneming: op 8—1 7© om 8,15 uur hoorde ik hij het verlaten van mijn woning een lawaai van vogels, alarmkreten uit struikgewas aan de overkant. Daar ik iemand naar de hus moest hrengen was er geen tijd om het te onderzoeken. Toen ik rond 17-00 uur terug kwam hoorde ik het nog. Mijn zoon kwam er ook hij omdat hij de alarmkreten ook had gehoord. Het hetreft hier een slaapplaats van Spreeuwen en merels. Onze gedachten gingen uit naar een kat, maar toen we weg wilden gaan zagen we een ïïil van achter de struiken komen die achter een merel aan zat. Bij verder wachten kwam de üil nog tweemaal terug, waarhij hij een Spreeuw of een Merel ach tervolgde en ook nog een hele zwerm vogels uit de struiken opvloog. De achtervolging had elke keer plaats hoven een stuk grasveld en steeds achter één vogel. Volgens onze waarnemingen, zover het duister toe liet, was het een Ransuil. A, Abrahamse. 6 4

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 18