achtig. Hij is ook familie van de Vlaamse gaai. Ook de roep van de vogel lijkt op de roep van de vlaamse gaai. Hij heeft een hele harde krassende roep: "krrrè krrrè - krrrè". s'Morgens vroeg als de zon scheen, liet hij zijn roep door de huurt schetteren. De vogel was ook heel tam, vooral in het hegin. Ik kon hem zelfs tot op 2 m na deren. Pons de Kind heeft hem hij ons gefilmd. Zelf heh ik de notenkraker met de 135 mm op de foto gezet. Later hleek de foto helaas mislukt te zijn. De notenkraker werd later toch wel iets schuwer. De vogel liet zich meestal maar even zien en was dan weer weg. Daardoor werd het ook veel moeilijker om de notenkraker te fo tograferen. Slechts een enkele keer hleef hij wat langer in de tuin. Meestal zagen we hem s'morgens vroeg of rond het middaguur, om ongeveer 12 uur. Ook zagen we hem meer met mooi weer dan met slecht weer. Toeval? Ik dacht het niet. Regen en ook wind houden vele vogels hinnen. Een keer maar zat de notenkraker doornat in de stro mende regen. De mussen in de buurt waren als de dood voor hem, "Het Vogelboek" zegt dan ook dat de noten kraker er niet van afziet om een mus te doden met zijn lange dolksnavel. Wanneer de vogel in de huurt was, hoorde je de mussen angstig piepen en lieten de koolmezen hun alarmroep "tjerr" horen. Het hoofdvoed- sel van de notenkraker bestond hier uit hazelnoten. Verder at hij wormen, pinda's en stukjes brood,die hij van de voederplank haalde. De notenkraker was dan ook dikwijls te vinden onder de twee hazelaars in on ze tuin, waar hij zich te goed deed aan achtergeble ven hazelnoten. Het was dit jaar een erg goed hazel- jaar geweest. Wanneer hij een hazelnoot vond, nam hij die in zijn sterke snavel en probeerde hem te kraken. Het kraken was op vrij grote afstand hoorbaar. Ook heb ik hem nog op een andere manier een noot zien kraken. Deze noot zat nogal vast in de grond, waar door hij de noot niet in zijn snavel kon nemen; toen hakte hij er met forse snavelhouwen op in. De noot spleet vrijwel direkt en zo kon hij gemakkelijk het 7 1

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 25