In de winter van 1975 werden 10 kisten geplaatst op
diverse plaatsen en manieren: tegen muren, onder
landbouwloodsen, in fruitbomen en in jonge wilgen.
De kisten die binnen werden opgehangen werden min
der bezet. Misschien waren die te nieuw.
Buiten hadden we wel enig succes nl. bij de heer
Sagers in de Prosperpolder en aan de Graauwse Kreek.
Alles tesamen kregen we slechts twee nesten: een
met 1 jong en een met 2. Bijzonder slecht dus, al
moeten we er wel bij vermelden dat we enkele eieren
ingedroogd gevonden hebben, vermoedelijk door de
enorme droge zomer van 197&-
Toch besloten we in overleg met Sponselee verder te
gaan met het plaatsen van Steenuilkisten. Begin
1977 hadden we reeds 19 kisten hangen. Ook werden
door de heer Grootjans in januari 1977 in Terneuzen
nog vijf kisten geplaatst.
Begin maart beloofde het heel wat te worden. Samen
met Mare Buise ging ik op controle en in tien kas
ten zaten uiltjes.
De eigenlijke keuze van de nestplaats begon pas
goed in april en toen bleek dat veel Steenuilen het
veld moesten ruimen voor Holenduiven. Zeker zes
kisten zijn bewoond geweest door de ^olenduif, die
er dikwijls twee keer broedden en in een geval
zelfs drie keer.
We mogen dus als bijkomend verschijnsel rekenen dat
er plm, 20 jonge Holenduiven in de kisten zijn
groot geworden.
Bij onze vriend de heer Staes moest het Uiltje ook
verhuizen uit de kist. We zagen regelmatig in- en
uitvliegen door een raampje van de schuur maar kon
den het nest niet ontdekken. Tot de laatste pakken
stro uit de schuur gehaald werden. Toen rolden de
eieren uit een holte tussen de pakken stro. Dus al
weer een broedsel verloren.
Bij de heer F. Michielsen op Statenboom zijn op 16
juni drie jongen uit de nok van de schuur gevallen.
Eén jong leefde nog; we hebben het in een bakje ge
legd en het werd verder door de ouders gevoerd.
7 3