WINST en VERLIES In de rubriek "winst en verlies" komt maar weinig "winst" voor. En gezien de nog steeds heersende ex pansiedrift van diverse gemeenten zijn betere tij den ook nog niet in zicht Sluiskil was tot voor zéér kort in het bezit van twee fraaie stukjes natuur aan de rand van de be bouwde kom. Te weten: een dijkrestantje en een kreekrestant je Het dijkrestantje was te vinden aan het einde van de Nieuwe Kerkstraat. Het was een erg ruig stukje, waarop o.a. peterselievliermeidoorn, sleedoorn, hondsroos en sneeuwbes groeiden. In een van deze struikjes hebben we een geslaagd broedgeval van de Grasmus vastgesteld. Een paartje Roodborsttapuit verbleef hier geruime tijd. Tot broeden zijn ze ech ter niet gekomen. Verder kwamen hier nogal wat Zang lijsters en Merels voor. De messte hiervan nestel den overigens in de struiken rond de openbare be graafplaats. Het dijkrestantje had dus niet zo'n grote ornithologische waarde, maar het was zo'n mooi, opvallend stukje. Een verademing in het cul tuurlandschap zogezegd. Het vormde een mooi geheel met een weiland (ook verdwenen) met veedrinkput, waarin nog salamanders voorkwamen en een sloot, waarin twee paar Kleine Karekiet nestelden. De sloot is er gelukkig nog. Het kreekrestantje bevond zich vlak achter Stroodor- pe. Het grensde aan een vrij groot weiland, wat een mooi geheel vcrmde. In heb riet nestelden enkele pa ren Kleine Karekiet. Het weiland is voornamelijk in de winter interessant. Elke dag zijn dan de volgen de soorten te zien; Roek, Koperwiek, Kramsvogel, Stormmeeuw en Kievit. Beide "natuurgebiedjes" waren dus vooral visueel aantrekkelijk. In een industriedorp als Sluiskil erg belangrijk. Maar helaas, de vooruitgang kent geen genade, en beide stukjes zijn verdwenen. De manier waarop kun je alleen maar geloven als je het zelf gezien hebt. 7 G

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 30