van levende exemplaren. Als we om een voorbeeldje te noemen uit het Villapark te Sluiskil dode dwergmui zen of bosspitsmuizen krijgen, dan durven we er heel wat onder verwedden dat er ook nog levende voorkomen. Het zou erg gevaarlijk zijn hetzelfde te doen met be trekking tot een doodgevonden Blauwvleugeltaling bij Zwartenhoek, om eens iets anders te noemen, maar dat doen we dan ook niet; dit is duidelijk een inciden teel geval. We zouden met vele andere voorbeelden dit verhaaltje verder kunnen illustreren. We geloven niet dat het nodig is. Als je eenmaal voor het feit gestaan hebt, dat je probeert een zo volledig overzicht van wat dan ook op te stellen, ben je dolgelukkig met ieder ge geven. Ook om het verspreidingsgebied van een soort vast te stellen zijn dergelijke gegevens van groot belang. Zo publiceert Lutra, het tijdschrift van de vereniging voor zoogdierkunde en zoogdierbescherming regelmatig alle doodgevonden of gestrande walvisach- tigen. Tenslotte: de vinders stellen publicatie vaak zeer op prijs! Hu ik toch in mijn praatstoel zit, wil ik toch nog een voorvalletje vertellen. Jaren geleden ontmoette ik aan de oude Staalfabriek te Terneuzen een jongen die daar regelmatig stekelbaarsjes e.d. viste. Hij vertelde dat hij er eens een slangetje had zien weg kruipen. Het was een slang, meer wist hij niet. Nu hebben we uit ons gebied geen enkele waarneming van een slang en toen ook nog niet van een hazelworm; ook van hagedissen hebben we praktisch niets. Kort om: reptielen zijn bij ons zeer schaars; of de gege vens zijn schaars. Wat kan dat geweest zijn? Adder of gladde slang is erg onwaarschijnlijk; hazelworm zou kunnen omdat hij ten zuiden van onze grens wel voorkomt, maar er zit dan toch wel een groot hiaat tussen dat gebied en de Staalfabriek. Gelet op het biotoop: allerlei verwilderde terreinen met legio grote en kleine zoetwaterputten, vis- en kikkerrijk is ringslang niet uitgesloten, misschien zelfs wel het meest waarschijnlijk. Dat is dan een overweging, maar verder kun je met het gegeven wei nig doen. 7 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 33