ware consternatie. Weten jullie het nog, nou, waar waren jullie dan? Wij gaan "bijna dagelijks de polder in en zelden ko men we thuis zonder iets nieuws (voor ons dan, we zijn beginners) of bijzonders te hebben gezien. Zo ook deze zaterdag in de hut. "Voor het eerst zagen we de Rietgors met zijn zwarte kop en meer achteruit dan vooruit vliegend, de hoekige vlucht van de Water snip; het is baltstijd en Sponselee liet het verschil zien tussen man en vrouw Kievit, toonde de groene spiegel van vrouwtje Wintertaling, de Veldleeuwerik poseerde uitgebreid en we zagen en hoorden de Hegge- mus met zijn op die van de Leeuwerik gelijkende zang, duurt echter korter. Waargenomen soorten: 20 Wintertalingen, 75 Kieviten, enkele Rietgorzen, 12 Wilde Eenden, Waterhoentjes, 1 Dodaars, 8 Watersnippen, 3 Fazantehennen, Merels, 1 Veldleeuwerik, 2 Stormmeeuwen, 1 Witte Kwikstaart, 4 Koolmezen, een Koperwiek, 2 Heggemussen, Huismus sen, Kokmeeuwen en Spreeuwen. Tenslotte nog dit: Zet fietsen bij de hut op slot. Deze keer had de politie er êên meegenomen. Die was dan ook binnen een kwartier terecht maar als anderen met minder goede bedoelingen zo'n fiets inladen is dat wel een onaangenaam slot van een paar uurtjes boeiend vogels kijken. Joke Maas. Kreekrestanten nabij Zandstraat, 11 maart 1978. Aanwezig 35 personen waaronder tot mijn vreugde nogal wat jeugdleden. Het weer: zacht, lichte tot matige wind. Bij het eerste kreekrestant je werden na een prikkel draadhindernis o.a. Bergeenden, Wilde Eenden en Kuif- eenden gezien. Omstreeks 8.00 uur heeft Johan v.d. Steen daar ook nog 2 Kluten gezien. Op weg naar de tweede kreek zagen wij, zij het vaak moeilijk, een 5-tal Roodborsttapuiten 5 0

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 4