deel van de tocht ons voornaamste gezelschap, later werden dat Bergeenden en Fazanten. Het laatste deel stond hijna geheel in het teken van de Blauwborst, Baardmannetje en Cetti's Zanger. Alleen de eerste liet zich zien, minstens 2 mogelijk zelfs 3 lie ten aarzelend hun zang horen. Had de zon geschenen dan hadden ze wellicht meer van zich laten horen, want de Blauwborst is een echte mooi-weer-zanger Be twee andere soorten kregen we niet te zien. Voor de gids was het ook weer prettig dat drie Toren valken duidelijk blijk gaven zeer ingenomen te zijn met de voor hen opgehangen nestkasten. Wat minder prettig was, aan het eind, de ontmoeting met een vrouwtje van Grauwe of Blauwe Kiekendief (verm. Blauwe) dat niet meer kon vliegen en met de hand ge grepen kon worden. Ze was ook in het geheel niet agressief. Alle symptomen wezen op vergiftiging. Ze is ter genezing meegenomen, i Ergens onderweg - gelukkig wel op het eigendom van Staatsbosbeheer zagen we een broedpaar Zwarte Kraai. Het is te hopen dat ze gespaard worden door "schade lijk wild" schietende jagers, want deze soort is al lesbehalve algemeen in onze polders en een enkel paartje kan echt geen kwaad. Waargenomen soorten: Fuut, paar met nest; Bodaars 1; Blauwe Reiger 4; Wilde Eend, tiental paartjes en 1 nest (bij toeval door 3 deelnemers); Wintertaling 3 P^.; Slobeend 1 pr.; Kuifeend 2 Tafeleend 1; Bergeend minstens 25; BI. of Gr» Kiekendief 1?; Torenvalk 4, waarvan 3 elk in 1 nestkast; Patrijs talrijk; Fazant 1 en minstens 30 Waterhoen, talrijk; Meerkoet diverse w.o. 1 op nest; Scholekster, enkele paren; Kievit talrijk; Watersnip 3; Poelsnip 3; Zilver- en Kok meeuw talrijk overvliegend; Houtduif talrijk zowel paren als groepjes ongepaarde vogels; Steenuil 1; Grote Bonte Specht, door enkele deelnemers op af stand horen roffelen; Veldleeuwerik enkele; Graspie per idem; Witte Kwikstaart, 2x2 vogels; Winterko ning 2x2; Heggemus 1; Merel 5; Blauwborst (witster zeker 2, mogelijk 3 Rietgors, diverse

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 7