schor in en landen in de huurt van Bergeenden, enkele scholeksters en wilde eenden, een slobeend, een wulp en een tw=etal zilverplevieren. Op een bed van bloeiend melkkruid, tussen zilverschoon ligt een verloren gelegd bergeenden-ei We trekken terug de Gasdam op. Jo3 Neve belooft ons een verrassing. Waarempel, terwijl drie kleine eend jes op naam worden gebracht als twee vrouwtjes win tertaling en één vroiiwtje zomertaling, springt daar vlakbij plots vanachter een graspol een kemphaan op. Protserig en nerveus danst hij op en neer, hij heeft een zwart met witte kraag breed opgezet. Zijn enthou siasme betreft een rustig toekijkend hennetje. Een triomfantelijk schreeuwende visdief is nodig om onze aandacht af te leiden. Er is nog zoveel te beleven. Een mann. bruine kiekendief twijfelt laag cirkelend - wellicht tengevolge van onze aanwezigheid - tussen het schor en de polder; hel gekleurd in het avond licht hier en daar gele kwikstaart verspreid; in het schor scharrelen enkele meerkoeten. Binnendijks een blauwe reiger en een paar gierzwaluwen. Op de dijk zien we verder nog kneu (l), groenling (2), huismus (1), veldleeuwerik en graspieper en twee patrijzen en een fazant laten zich verrassen door de gecamoufleer de dame. Ook gesignaleerde soorten: houtduif, holen- duif (4)» huiszwaluw, boerenzwaluw en aan de zeedijk een grauwe gors, die hetzelfde zingt als de sleutel bos van Jos Neve. Van sterke staaltjes gesproken. Waargenomen soorten: Kluut (zeer talrijk) - Tureluur - Scholekster - Kokmeeuw - Zilvermeeuw - Wilde eend (4) - Slobeend (1- Kievit - Fazant (l) - Patrijs (2) - Gierzwaluw (2) - Blauwe reiger (l) - Spreeuw - Huis mus (1) - Bergeend - Kneu (l) - Zwarte kraai (4) - Houtduif (2) - Holenduif (4) - Grutto (15) - Zilver plevier (2) - Huiszwaluw - Boerenzwaluw - Meerkoet (2) - Bruine kiekendief (l) - Kemphaan (1 pr) - Win tertaling (2) - Zomertaling - Graspieper - Veldleeu werik - Grauwe gors (l) - Groenling (2) - Wulp (1) - Gele kwikstaart - Visdief (1). (Totaal 35 soorten). Jan Lievens, Hulst. 9 2

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 14