DE AALSCHOLVER op de Westerschelde rondom Saaftinge. In 1975 zag ik voor het eerst één Aal scholver en wel op het lichtbaken Ko nijnenschor. De vogel was pikzwart en voor mij was het een bijzondere ver schijning op de Schelde. In 1976 werd mijn aandacht getrokken door de borden van de zinker die van Ossendrecht naar de Hedwigpolder loopt dus nog juist op de Nederlands-Belgi sche grens. Daar waren vanaf september een zes-tal Aalscholvers aanwezig. Bij hoog water zaten ze dik wijls op het bord, met open vleugels om hun veren te laten drogen. Bij deze dieren waren enkele exempla ren met een witte borst, dus jonge dieren. September 1977 zag ik de Aalscholvers terug en wel op de meetpaal in de Schaar van de Noord, juist voor het Hondegat in Saaftinge, Deze paal is inmiddels helemaal witgekalkt door de uitwerpselen. Op 17 maart 1978 ontdekte ik voor het eerst hoe de ze vogels vissen en waar. Bij laag water voeren we tussen de Platen van Valke- nisse door, en ja hoor, 4 vogels waren bezig zich te goed te doen aan de vis die in de putten en plassen aanwezig was. Zover ik heb kunnen waarnemen vist de ze vogel bij laag water en rust hij bij hoog water ergens op een verheven punt. Mijn vraag is nu: waar komen deze mooie vogels van daan en zit er misschien toekomst in voor Saaftinge Graag een antwoord van de redactie. R. Bleyenberg, Nieuw-Namen. Wat de herkomst betreft, De Vogelgids zegt hierover: - Het merendeel der jonge Aalscholvers trekt naar het zuiden. De volwassen vogels zwerven in het win terhalfjaar rond, ook langs de kust.- - De vogels kunnen dus afkomstig zijn van een van de vele kolonies in ons land of het buitenland. Het nest is op rotswanden of in het binnenland in bomen. 1 3 3

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 23