de beide WMZ-terreinen en de Linie genieten ze geen enkele vorm van bescherming (wat betreft de Linie kunnen we nauwelijks van daadwerkelijke bescherming spreken, ondanks een bestemming 'Beschermd Natuurge bied' in het bestemmingsplan 'Buitengebied Hulst': De factor rust wil er vaak ontbreken (crossen, hon den) terwijl de aanwezigheid van een woonwagenkamp weinig bevorderend is voor flora en fauna zoals ie dereen zelf kan vaststellen). Nabij de Opperstraat Waterstraat en het Zeegat woedde in de jaren 1973/74 een ruilverkaveling waarbij veel moois verloren ging maar ook veel bleef gespaard (groot verschil met ruilverkavelingen van de jaren zestig). Met name het gebied tussen Waterstraat en Grote Kreekweg bij Hulst bleef nauwelijks gerept. Het zou zeer aan te bevelen zijn dit gebied enige vorm van bescherming te geven, niet alleen om het behoud van onze geelgors maar ook voor vele andere, vaak reeds zeldzaam geworden, vo gelsoorten die er jaarlijks tot broeden komen. Tevens is het een van de weinige plaatsen waar de in Ooste lijk Zeeuws-Vlaanderen zeer zeldzaam voorkomende zandhagedis in het wild voorkomt. In de Riedenpolder en Wildelandenpolder gaat de landschapsontkleding nog steeds, zij het langzaam, voort, iets wat ook van de andere terreinen gezegd kan worden. Op een aantal van deze plaatsen is de soort dan ook gedurende de laat ste vijf jaar verdwenen. Samengevat kunnen we stellen dat het voorkomen van de geelgors in Oostelijk Zeeuws-Vlaanderen een precaire zaak blijft. Zoals het er momenteel voorstaat is het enige gebied waar het voortbestaan enigszins is ge waarborgd, het WMZ-terrein van Clinge; bij de overige terreinen kunnen we gepast een vraagteken plaatsen. M.A. Buise, Steensedijk 86, Hulst. Literatuur ALLEYN W.F., e.a. 1971- De avifauna van Middenneder land. Van Gorcum, Assen MAEBE J. en H. v.d. VLOETDe avifauna van het Ver dronken Land van Saaftinge. De Giervalk £6 (1956): 151-190. 1 3 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 28