AXELSE KREEK en omgeving. luistering van het landschap is ook bij Overslag gaande, zodat de slotconclusie, dat we over het voortbestaan van de Oost Zeeuws-Vlaamse populatie de nodige twijfels hebben, slechts extra benadrukt moet worden. In dit geval is het interessant te vermelden wat J. Reijnders schrijft in De Lepelaar van nov/dec 1978 over deze soort. Het artikel dat de Nederlandse si tuatie beschrijft sluit geheel aan bij het Oost Zeeuws-Vlaamse verhaal. Hij noemt een afname in de 3 westelijke provincies (waar ook wij toe behoren) en geeft hooguit 100 paar aldaar. In de oostelijke pro vincies is het nog steeds een talrijke soort in het kleinschalige boerenland (ook hier vnl. op het zand) maar door ruilverkavelingen, cultuurtechnische werk zaamheden en niet in de minst de recreatie met z'n verontrusting, is er een afname te constateren, ech ter (nog) geen bedreiging. M. Buise, j'ulianalaan 11, Hulst. BIJISEM.A., 1978. De Geelgors, waar is hij gebleven? De Steltkluut 8: 134-139. REIJNDERS, J., 1978. De Geelgors in Nederland. De Lepelaar nr 59= 22-25. VOORLOPIG VERSLAG (1 Januari t/m 31 Mei) Vooruitlopend op een t.z.t.te publiceren verslag van de Axelse Kreek en omgeving volgen hieronder een aantal van de belangrijkste gegevens uit boven genoemde periode. Geïnventariseerd werd met kijker Leitz 10 x 40, op ruim 20 waarnemingsdagen Gemiddeld werd er ruim 9»5 uur per maand aan het veldwerk besteed. Het gebied omvat o.a. kreken en kreekrestantjes rietvelden, boom- en weilanden, slikstrandjes diverse parkaanplantingen e.d. een grote verschei denheid dus. Het gebied is ca. 125 ha groot. 164

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 22