2Enkele resultaten van wintertellingen Hieronder een aantal maxima van algemeen voorko mende soorten. Waterhoen 215 op 8-1, 270(op 5-2, 124 op 26-2, 92 op 8-4. Meerkoet 725 op 8-1, 650 op 5-2, 250 op 26-2, 135 op 2-4- Smient 115 op 8-1, 120 op 22-1, 44 op 4-2, 122 op 26-2, 82 op 12-3- Laatste vogels op 8-4 (30 ex.). Wilde eend nooit meer dan enkele tientallen, wulp idem, wintertaling hv 75 op 22-1 Deze laatste soort pleegt zich nogal eens tussen het dichte riet op te houden,(mag niet zonder vergunning wor den betreden) zodat de tellingen, en ook van een aantal andere soorten o.m. watersnip, "bokje, klei ne stranloper e.d. wel te laag moeten uitvallen. Kolgans maximaal 730 overvliegend op 22-1 (moge lijk hieronder dubbeltellingen), ook op andere dat aanwezig met enkele tientallen tot enkele honder den overvliegende vogels. Van de kolgans ook steeds 1 of 2 (aangeschoten?) ex. aanwezig, reeds gezien op 6-4-74- Dikwijls samen met meerkoet. Tafeleend bv 24 op 22-1, 31 op 5-2, tenslotte op 16—4 nog 9 ex- Watersnip tot 50 ex. (zie boven). Spreeuw en houtduif tenslotte komen voor in vluch ten van vele honderden vogels. 3Aankomstdata van enkele zomervogels. Bruine Kiekendief 2-4; kleine plevier 2-4; grutto 12-3; oeverloper 6-5; kemphaan 12-3; kluut 12-3; visdief 19-5; tortelduif 7-5; koekoek 29-4; gier zwaluw 19-5; boerenzwaluw 8-4; huiszwaluw 6-5; oeverzwaluw 6-5; gele kwikstaart 2-4; snor 8-4; bosrietzanger 19-5; kleine karekiet 19-5; grote karekiet 6-5; spotvogel 19-5; grasmus 19-5; tuin- fluiter 19-5; zwartkop 16-4; fitis 8-4; tjiftjaf 8-4; grauwe vliegenvanger 21-5; blauwborst 2-4- 4Lijst van zekere of vrij zekere broedvogels Publikatie van deze lijst onder voorbehoud. Zij is meer gebaseerd op ervaringsfeiten en gedragstudie 166

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1978 | | pagina 24