te ver van onze woonplaats Hulst liggen in verband met onze dagindeling. Een dergelijk object werd gevonden in de Koedamstraat plm. 4,5 km ten noorden van Hulst. Deze weg ligt in een kale akkerbouwpolder zonder enige beplanting. In de oostberm is over grote stukken een struikgewasgor del aangeplant met'een hoogte van plm. 4»5 m en een diepte van 2-5 meter. De beplanting bestaat uit Abeel Hazelaar, Meidoorn, Veldiep en Zomereik. Een traject met in beide bermen een beplanting werd niet gevonden vandaar dat we ons moesten behelpen met genoemd traject. Het ontbreken van een dubbele be planting zal zeker zijn weerslag hebben op het vlieg- gedrag der vogels. Beplanting langs beide zijden van een weg geeft deze een besloten karakter; bij beplan ting langs één berm is dat al veel minder het geval. In het najaar van 1973 bevond zich ten oosten van het gekozen wegvak achter de beplanting een groot perceel rijpende mais tot op 27-10 werd geoogst. De stoppels werden tussen die datum en 04-01-'74 omgeploegd. Aan de andere kant van de weg lag een bietenakker, In het voorjaar van 1974 groeiden achter de beplanting tarwe en aan de overkant gerst die beide in juli rijp waren. Werkwijze. Twee aan elkaar grenzende stukken van 90 m werden be- bakend, en daarna op 15 dagen over 1973/74 verspreid werden alle vogels geteld per vak die 'door' en 'over' vlogen waarbij werd afgesproken 'door' is tot 2 m bo ven beplanting en 'over' meer dan 2 m erboven. Ook over 8 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 24