Bij deze soort is er een significantieverschil tussen
beplant en onbeplant. De beplanting blijkt hun bewe-
gingsvrijdom enigszins te belemmeren. Hiertegenover
staat dat hun totaalaantal in het beplante vak groter
was (grotere insektenrijkdom Het is bekend dat
zwaluwen graag boven de weg fourageren. De mate waar
in en de hoogte is echter sterk afhankelijk van de
weersomstandigheden. O.a. bij regenachtig weer en op
zwoele zomerdagen ziet men ze vaak laag boven de weg.
Ter vergelijking werd ook de Huiszwaluw statistisch
bewerkt. In de lijst van Jonkers en De Vries (1977)
valt het aantal gevonden Huiszwaluwen (25 ex.) nl.
in het niet bij het aantal gevonden Boerenzwaluwen
(115 ex.) over de periode 01-09=73 - 01-01-76. Ook
G. de Vries (1972) merkt op dat er in.het verkeer
meer Boerenzwaluwen dan Huiszwaluwen omkomen.
Verwachting
Huiszwaluw Door Over Totaal Door Over
Onbeplant 19=0.5 11+0.5 30 13-9 16.1
Beplant 13+0.5 26-0.5 39 18.1 20.9
32 37 69 32 37
x2= 1.52+1.17+1.31+1.01=5.01
De Huiszwaluw ligt hiermee op de significantiegrens
Er is geen verschil tussen beplant en onbeplant. We
moeten echter bij deze bewerking opmerken dat de aan
tallen erg laag liggen (kleiner dan 20) en daardoor
niet geheel representatief hoeven te zijn voor de
werkelijke situatie. Deze opmerking geldt ook, zij
het in mindere mate, voor Kneu en Boerenzwaluw. Wel
zien we dat de Boerenzwaluw enigszins meer als door
vlieger te beschouwen is dan de Huiszwaluw.
Tenslotte de Huismus. Deze soort bleek in beide weg-
vakken een typische doorvldeger. Vaak vlogen enkele
vogels uit of naar de mais/gerst/tarwe terwijl het
struikgewas een extra aantrekkingskracht op de vo
gels uitoefende. Voor de meeste andere soorten zijn
de gegevens te summier om er iets zinnigs van te
zeggen. Tortelduif, Kokmeeuw, Bergeend en Winterta
ling werden duidelijk naar boven gedwongen door het
struikgewas. De Merel wordt door het struikgewas
9 1