STREEKNAMEN VAN ONKRUIDEN onderdelen en deel van de kop - Noorde lijke vorm). Er werd verschillende malen de zeer mooie en melodieuze zang gehoord. ZWARTKOPMEEUW: 1 sub-adulte vogel op 15 april 1979» enig zwart aan vleugeltoppen. Het mo notone "Kiauw" werd gehoord. ENGELSE GELE KWIK: 2 ex. op 15 april 1979. Mooie citroengele kop. Aankomst ZOMERVOGELS en DOORTREKKERS: Grutto 3/3 - Roodborsttapuit 7/3 - Scholekster 10/3 - Tjiftjaf 18/3 aang - Kluut 24/3 - Tureluur 24/3 - Kleine plevier 24/3 - Zwarte ruiter 28/3 - Gele kwik 31/3 - Kemphaan 7/4 - Blauwborst 7/4 - Fitis 7/4 - Boerenzwaluw 7/4 - Groenpootruiter 11/4 - Oeverzwa luw 11/4 - Zomertaling 114 - Zwarte roodstaart 11/4 - Visdiefje 13/4 - Huiszwaluw 13/4 - Tuinfluiter 13/4 en Grasmus 22/4» DANK aan de heren: Verloove, v.d.Kammen, Sandersen, Van Damme, Rötgens, Bekaert, Van Beirs, Ysebaert, Evrard, Van Avermaete en Karei De Waele. Jo van den Steen. In verband met de onkruidbestrijding is in de land bouw de kennis van onkruiden een belangrijk onderdeel van de vakopleiding van jonge boeren. Hierbij is het van belang dat men de onkruiden reeds herkent in het ki emplant s tadium Omdat er in Zeeland zoveel streeknamen voorkomen en dit aanleiding gaf tot spraakverwarring is er in 1964 door de toenmalige Landbouwconsulentschappen Axel en Goes eens een inventarisatie gemaakt in de gebieden: Schouwen-DuivelandTholen/St.Philipsland, Noord-Beveland, Walcheren, Zuid-Beveland, West Zeeuws Vlaanderen, Oost Zeeuws Vlaanderen en Oost Zeeuws Vlaanderen grenskant. Het verslag hierover is gepubliceerd in "Landbouw- actualiteiten 1964". Voor de Steltkluutleden die zich bezighouden met het determineren van planten 1 1 2

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 18