eerst woonachtig in de Clingse bossen, maar sinds dien is het een jaarlijkse broedvogel geworden. Ook de Boomkruiper is sinds verleden jaar broed vogel in dit gebied en nu voor ons een jaarvogel geWOrden' A.de Kind. SAEFTINGHE EXCURSIE 27 mei 1979. 0.1.v. de heer E.Bleyenberg trokken 23 personen te 10.30 uur vanaf de Gasdam het schor in voor een wan deling in het oostelijk (vogelrijkste) gedeelte van het Verdronken Land van Saeftinghe. Een wolk vogels van gevarieerd pluimage ging op de vleugels en in een mum van tijd veranderde een vredig ogend weide- schor in een heksenketel van vogelgeluiden en vleu gels. Tureluur, Kluut, Grutto en Kokmeeuw hingen luid roepend boven ons hoofd in een poging onze aandacht van hun eieren c.q. jongen af te leiden hetgeen hun goed gelukte. De wandeling ging verder; Eerste Plat te plaat, de tweede Platte Plaat, de Verbindingsgeul door, die menigeen voor problemen stelde gezien de miserabele toestand van het wegdek en dan het Honde gat in, één van de drie grote noordwest-zuidoost lopende geulen in het Verdronken Land. Een culinaire stop met een fantastisch uitzicht over het weidse schorreland, opgemonterd door een fris zomerbuitje en daar ging het weer temidden van vele honderden Zilvermeeuwen op de terugweg naar de dijk, waar we omstreeks 14.00 uur wederom neerstreken. Vogels: Gele Kwikstaart 6; Kluut 70; Veldleeuwerik 13> Zwarte Ruiter 1; Grutto 8; Tureluur 24; Kemphaan 5m en 2vr; Scholekster 48; Bergeend 345 Watersnip 1; Witte Kwikstaart 1; Oeverloper 2; Wulp 1; Rietgors 7; Graspieper 14; Kokmeeuw 1250 Zilvermeeuw 480; Visdief 54; Bosruiter 1; Houtduif 16: Slobeend 1; Wilde Eend 8; Boerenzwa luw 3; Huiszwaluw 2. 1 21

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 27