GEVONDEN: VOGELS NAAR ZMA VERZONDEN Mogelijk broedende kluten, 2 bontbekpleviertjes en een zwarte ruiter, een torenvalk bij een ekster nest, en een paar prachtige slobeenden, 3 wulpen, 2 paartjes grutto's, een overvliegende knobbel zwaan, kneu, groenling en een roepende koekoek waren onze buit. Een grote bonte specht liet zich horen en bij een verlaten boerderij zat in een pereboom een steen uil. Hij keek ons recht in het gezicht en leek een strenge, gebrilde schoolmeester. Langs de Kallo- sluis die al lang klaar is en waar de lichten op groen staan, al weet niemand voor wie en voor wat, trokken we naar de Kalloose Blikken. We waanden ons in de duinen: hoge bergen zand, een cutterzuiger, grote buizen om het vloeibaar zand te transporteren en niemand weet waarom. Niemand is hier zeker van zijn bestaan, maar de vo gels trokken zich gelukkig van deze menselijke dwaasheid nog niets aan, integendeel ze profiteren ervan en aangezien dit alles tot in lengte van da gen ongebruikt zal blijven liggen, zal dit het beste vogelgebied van België worden. R.Bleyenberg. Kerkuil, 14—8 76Langestraat Nieuw-Namen. Wij zul- Tën"Eëï exemplaar voor de collectie bewaren. Het ge wicht was 241 gram, de vleugellengte 288mm. Waar schijnlijk behoort de uil tot de lichte ondersoort alba. Leze komt voor in Engeland, West Frankrijk en een deel van België en zij kunnen ook best in Zee land voorkomen. We hebben het beest vergeleken met exemplaren in de collectie en kwamen tot de conclu sie dat het waarschijnlijk een Tyto alba alba was. Opmerking red.de "gewone" ondersoort van de in Ne derland voorkomende Kerkuilen is niet T. a. alba maar Tyto alba guttata. Bank zij de vondst van R. de Maayer en R. Bleyenberg weten we dit dus ook weer. 123

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 29