fysische omstandigheden: de aanwezigheid van kreekres tanten, natuurlijke hoogteverschillen, populieren- en wilgen- en elzenbeplantingen en soortenrijke moerasve getaties moeten dan ook het uitgangspunt worden voor de inrichting. In het betrokken gebied kunnen we grofweg twee terrein typen (of landschappen) onderscheiden nl. een noordelijk deel dat een krekenlandschap is en een zuidelijk deel dat een open slagenlandschap is op dekzand met of zon der dunne kleilaag. De grens tussen deze beide typen wordt ruwweg gevormd door de onverharde dwarsweg mid den in het gebied. Het gehele gebied op zyn beurt maakt deel uit van de gezoneerde overgang tussen de pleistocene dekzandgronden van Sint Jansteen en Kapel- lebrug, naar de noordelijke daarvan door de zee gevorm de nieuwlandgronden bestaande uit voormalige schorren, slikken, platen en kreekbeddingen. Het vormt een raak- gebied tussen twee erg uiteenlopende situaties, die geleidelijk in elkaar overgaan, een zogenaamde "limes divergens" ofwel spreidingsgrens Een dergelijk raakgebied wordt gekarakteriseerd door soortenrijkdom, gepaard gaande met een gering aantal individuen per soort; kortom "waardevol terrein", dat ook een hoge visuele belevingswaarde heeft. Een factor die we hierbij zeker niet uit het oog mo gen verliezen is het reliëf van de bodem. We vinden op een kleine oppervlakte markante hoogteverschillen in de vorm van kreken, al dan niet met oeverwallen, lage weilanden, moerassen en kreekstranden. We vin den er een aantal opwassen, stroomruggen en op som mige plaatsen nog de pleistocene, van nature licht- golvende, dekzandruggen. Door het bochtige karakter van de kreken wordt dit reliëf nog eens extra ge accentueerd evenals door de spoordijk. Vooral dit reliëf is van groot belang voor de samenstelling van de vegetatie, daar hierdoor nog eens extra veel grenssituaties en overgangen worden geschapen, en we een fijnkorrelige structuur krijgen. Ook beperkte in het verleden het reliëf in hoge mate een doelma tig en intensief agrarisch gebruik van de bodem en bleef er noodgedwongen veel plaats over voor weilan-r 1 3 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 44