brakke Buitenvest en daarbij zijn ze bovendien ver ontreinigde Vooral het rioolstuk van de Groote Kreeke is uitermate smerig» De stadriolen van Hulst kwamen er tot voor enkele maanden (tot in gebruikname van de waterzuiveringsinstallatie ten noorden van de Clingeweg) al jarenlang op uit en dit heeft funeste gevolgen gehad voor de vegetatie. Slechts enkele soorten als Riet, Brandnetel en Liesgras kunnen het er nog bolwer ken en de stankoverlast b^j warm weer is niet gering. Toch kon deze milieu-onvriendelijke omge ving niet verhinderen dat in 1974 1 paar Blauw- borstjes er zijn jongen grootbracht. Jaarlijkse broedvogels zijn Kleine Karakiet, Rietgors, Bos» rietzanger en het riool is een druk bezochte plek van vele tientallen Kokmeeuwen. Bij de vuilnisbelt temidden van het rioolmoeras werd in 1972 een torenvalknestkast opgehangen die echter pas in 1978 bewoond werd en waar 5 grote jongen uitvlogen» In een berghok fegig bij de pompinstallatie is de Witte Kwikstaart jaarlijks te gast en in 1974 werd het ook door een paartje Grauwe Vliegenvangers uit verkoren als nestplaats Er is enige randbeplanting in de vorm van een rij in miserabele toestand verkerende Populieren welke de afscheiding vormen tussen een rietzoom en een kreekwei. Deze kreekwei is in botanisch opzicht nauwelijks interessant en wordt gekenmerkt door een soortenarmoedeHet feit dat delen van dit weiland bij hogere waterstanden met rioolwater overstromen is hier niet vreemd aan. Het komt voor dat, als het water weer is weggezakt, de vegetatie geheel is afgestorven. Toch zou dit weiland bij een goede wa terkwaliteit en goed beheer waardevol kunnen zijn aangezien het van oorsprong een hobbelwei was met een kussenvormig vegetatiepatroon dat geleidelijk in de kreek afliep. De Gentse Vaart (of althans het begin van de voormalige Gentse Vaart want de rest ervan is in de loop der eeuwen geheel dicht geslibd) is vergeleken met voorgaande kreek weinig vervuild. In feite is alleen het watergedeelte dat tussen de bebouwing loopt sterk verontreinigd, het 1 4 4

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 50