ter is de kwaliteit van het water aanmerkelijk verbe terd, ofschoon we dat in de vegetatie nog maar nauwe lijks kunnen hespeuren. We zien er veel Riet met Lies gras evenals Brandnetel, Haagwinde, Akkerdistel, Lis dodde en Waterzuring, Merendeels indicatoren voor vuil tot zeer vuil water. Verder valt de grote soortenar- moede op. Waar we wel een tamelijk rijke vegetatie vin den zijn enkele kleine greppels in het weiland en een slootje langs de zuidwestkant. Blijkbaar hebben deze weinig invloed ondergaan van de sterk vervuilde water gang en hier vinden we dan ook Schorrezoutgras een zoutplant), Naaldwaterbies, Greppelrus, Blaartrekkende Boterbloem, Speenkruid, Sterrekroos, Vlotgras, Gedoomd Hoornblad, Kroos, Grote Waterweegbree, Watermunt, Ruwe Bies, Pitrus, Madelief, Penningkruid, Witte Klaver, Zilverschoon, Paardebloem, Gele Lis en hier en daar een plukje Riet. Op de hogere zuidwestoever tegen de Paral lelweg en langs de opslagplaats is de begroeiing ruiger en vinden we o.a. Grote Engelwortel, Harig Wilgenroosje, Watermunt, Smeerwortel, Wederik, Valeriaan, Speerdistel, Braam, Witte Dovenetel, Haagwinde en Akkerdistel, waar onder een aanzienlijk aantal stikstofindicatoren. Op ge zette tijden wordt de watergang geschoond en uitgediept. De bagger wordt dan vrijwel steeds gelijkelijk over een stuk weiland in het oostelijk gedeelte van het kreekres tant uitgespreid blijkbaar om het wat op te hogen). Gezien de slechte kwaliteit van de bagger we kunnen eerder van rioolslib spreken) zal dit weinig bevorder lijk zijn voor het tot stand houden c.q. tot stand kom men van een aantrekkelijke begroeiing aldaar. De gevol gen van deze stort zijn jarenlang daarna nog waar te ne men De aankleding van de kreek is in de loop der jaren ook veranderd. Van een eertijds behoorlijk knotwilgenbestand resteren momenteel nog twee exemplaren. Meidoornheggen zijn er nog langs de noordwestkant bij de boerderij van van de Waard maar ook daarvan is het een en ander ver dwenen. Zo werd op het eind van de jaren zestig een hoog gelegen klein weilandje omringd door een oude meidoornheg volledig afgevlakt en bij het overige weiland getrokken, uiteraard nadat de heg eerst gerooid was. 186

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 28