echter sterk in aantal afgenomen. In vroeger jaren
konden de sloten vol zitten met grote klodders kik
kerdril maar dit is al lang verleden tijd. De ge
wone Pad is de tweede soort die er voor komt. Ver
moedelijk zijn ze weinig talrijk aangezien er tij
dens de paaitrek vroeg in het voorjaar maart op
de omringende wegen nauwelijks dieren worden dood
gereden. Twee soorten die er niet meer voorkomen zijn
de Groene Kikker en de Kleine Watersalamander. Vol
gens mededeling van omwonenden kwamen beide soorten
er in de beginjaren vijftig nog voor.
Waarom nu dit verhaal over een kreek die toch bijna
niemand kent? Het antwoord ligt voor de hand; het
terrein wordt bedreigd en wel door de expansiedrift
van de stad Hulst. Planologen hebben in de driehoek
Steensedijk - Zoetevaart/Verrekijker - Rijksweg 60
een woonwijk gecreeëerd nl. het woningenplan 'Tragel1.
Er zal hierbij weinig overblijven van de oorspron
kelijke structuur van het landschap en de kreek mag
ingeklemd tussen de bebouwing een nieuw leven gaan
leiden in de vorm van een stadsvijver.
Moet dit geschrift nu als een bezwaarschrift tegen
deze plannen worden beschouwd?. Hoe men het wil zien
laat ik geheel aan de lezer over. Het wil een indruk
geven van hoe de kreek is ontstaan, hoe ze zich heeft
ontwikkeld, wie haar bewoners waren en zijn en hoe
het leven er zijn gang gaat. Op die manier blijft er
wellicht een herinnering bewaard voor het nageslacht
dat een omgeving voor ogen zal krijgen, die nauwelijks
meer op de oorspronkelijke gelijkt.
We kunnen ons wél afvragen wat de plannenmakers voor
ogen hebben als bestemming van de kreek. Wordt het ge
degradeerd tot een ordinaire stadsvijver temidden van
keurig gladgeschoren gazon en parkplantsoen, een si
tuatie die we nu al meer en al te veel aantreffen in
de Hulster nieuwbouwwijken, óf mag de kreek op een
meer natuurlijke manier tot haar recht komen bijvoor
beeld met wat meidoornheggen, wat knotwilgen en een
verhoogde waterstand waardoor de strandplas zal weder
keren als trekpleister voor allerlei waterwild?
Er zou iets moois van te maken zijn en tevens brengt
men op die manier het landelijke element enigszins in
1 89