verdeeld over 17 wandel-, 2 fiets- en 3 excursies
naar de Jan Dekker hut. Dit zijn dus gemiddeld 2 ex
cursies per maand. De belangstelling is ook bij dit
grote aantal redelijk tot goed te noemen, al is het
nog steeds zo dat men vaak dezelfde gezichten ziet.
Het lijkt wel of sommige leden nog steeds een drem
pelvrees moeten overwinnen om eens mee te gaan.
Een naar verhouding klein aantal leden blijft zeer
actief: de knotploeg heeft weer een flink aantal
knotbomen ontdaan van een te grote takkenlast, in
de winterse kou werden door een aantal mensen
langs de Westerscheldekust maandelijks waterwildtel
lingen verricht, toen sneeuw en vooral ook ijs een
bedreiging gingen vormen voor de vogels, werd -
door o.a. dhr de Kind - in polders en bossen bijge
voerd
Na het succes van de najaarscursus in 1977» is in
het najaar van 1978 i.s.m. de ZVU weer een cursus
georganiseerd, nu onder het motto: Wat leeft en
groeit in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen. Hierbij werden
de 70 deelnemers door middel van praatjes met
plaatjes geïnformeerd over verschillende onderwer
pen als landschap, planten, vogels, vlinders, rep
tielen en amfibieën enz. De cursus werd afgesloten
met een zeer geslaagde busexcursie.
In het voorjaar van 1978 werd een aantal be
langstellende door de dhr Maas ingewijd in de kunst
van het plantendetermineren, welke kunst later
tijdens een kruipexcursie in practijk gebracht
werd.
Dat onze leden ook de tekenstift en schilders
kwast kunnen hanteren bleek op de tentoonstel
ling Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen getekend, welke
i.s.m. galerie van Geyt georganiseerd werd.
De schoonheid van het 0.Z.V1. landschap werd hier
op vaak zeer treffende wijze uitgebeeld.
De schoonheid van het landschap en de levensom
standigheden van vogels, andere diersoorten en
planten, worden echter steeds weer bedreigd.
In het in 1978 door ons uitgegeven rapport
"De Otheense Kreek" beschrijft Peter Maas planten
2 0 0