de Slanke Mantelanjer te Bekijken, die al bijna uitge bloeid was. Hier haalden nog twee excursiegangers ons in, die in Sluiskil voor het stoplicht hadden Op de grens tussen Visart en Bontepolder stond het Muskuskaasjeskruid in bloei. Hier werden we even ver rast door 50 opvliegende Goudplevieren en een groepje putters. In de Pierssenspolder zagen we een Steenuiltje in een Wilg zitten zonnen. Door zijn schutkleur leek hij een knoest van de boom en was het even moeilijk om hem te vinden. Bij de Nol zagen we twee Zwarte Ruiters in een weitje met Knotwilgen zitten. De vogels waren echter zeer schuw en lieten zich niet gemakkelijk bekijken. Ook bij de kreek zelf zagen we nog een Zwarte Ruiter en ook deze was niet erg op onze belangstelling ge steld. Twee Dodaarsjes lieten zich even bewonderen, doken onder en kwamen niet meer binnen ons gezichts veld boven. Een 6 Heggemus liet even z'n zang horen en een Winterkoning alarmeerde. Op de terugweg zagen we in de Oudvogelschorpolder een Torenvalk tot driemaal toe uitvallen naar een Haas die dit toch niet zo leuk vond. Tot driemaal toe dook de valk naar de haas' die volgens ons, toch een gezonde indruk maakte. Misschien verstoorde het beest het jachtgebied van de Torenvalk? 2 1 I

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 21