en men mag er dan ook alleen maar komen met toestem
ming van de eigenaar. 103 bewoonde nesten telden we
daar, wat een achteruitgang is vergeleken bij vorig
jaar toen we er 121 telden. De strenge winter zal
hier vermoedelijk de schuld van zijn. Een paar dagen
voordat we gingen tellen had er een hevige storm ge
woed in ons gewest. Er lagen tal van uitgewaaide
takken op de grond en we vonden een stuk of acht dode
jongen in verschillende leeftijden variërend van pas
uitgekomen kuiken tot halfwas. Drie nog levende half
was jongen hebben we meegenomen en naar Cees Riemslag
in de Braakman gebracht die ze heeft opgekweekt en in
mei gezond en wel heeft losgelaten,,
5 s B.M.Grootjans.
Toen we daar zo tussen de
ruige bossage liepen, rolde
er voortbewogen door de
wind, een raar ding over de
grondo Ik raapte het op.
Het woog bijna niets. Het was
een centimeter of 15 lang en
het leek wel een beetje op
een verdroogde steel van een
paddestoel. Ik nam het mee
naar huis en ging naarstig
in mijn paddestoelenboek snuf
felen of er iets soortgelijks
in te vinden was» In de fami
lie van de buikzwammen vond
ik de Plooivoetstuifzwam die
geheel aan de beschrijving
voldeed. Voor alle zekerheid
stuurden we de verdroogde
steel op naar Dr.Bas van het
Rijksherbarium in Leiden.
Deze schreef ons het volgen
de terug: "Van sommige buik-
zwammen blijft het onderste
deel, de subgleba, vaak zeer lang in het terrein ach
ter, nadat de gleba en de wand daar omheen reeds lang
PLOOIVOETSTUIFZWAM.
2 2 2