Rompaey en Delvosalle vermelden in hun Atlas van de Belg. en Lux. Flora deze vindplaats niet,„ G.Sponselee. HET STEENIJILTJE IN 1 979. We vreesden het ergste voor de Steenuil na de strenge winter, We hadden gerekend op grote verliezen. Schijnbaar is hij er echter goed doorgekomen. In de vele kisten, geplaatst door onze Vogelwacht verbleven ze graag. Toch wordt dat dan lang niet altijd hun uit verkoren nestplaats. Verschillende nesten weten we in de nok van een schuur in het V-profiel. Die plaats is niet altijd even gelukkig gekozen, want b.v. bij F.Machielsen op Statenboom, vielen de jongen op de be- tonvloer te pletter. Geliefd zijn horizontaal op ge borgen hooiruiters 2 broedgevallen) en idem weipalen (1 broedgeval). Maar het gevaar is groot dat in juni - als de ruiters nodig zijn - per ongeluk de nesten ver stoord worden. 2 2 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 36