tot 1977 in cultuur was- Meestal was het in gebruik als weiland (beweiding met stieren) maar in sommige jaren werd het gescheurd en werd er akkerbouw bedre ven. Zo werden er in 1977 nog aardappelen op verbouwd. Bemesting was er d.m.v. stalmest en voor zover bekend, werd er nooit kunstmest gebruikt noch gespoten met insecticiden/herbiciden etc. Tijdens een ontgronding in de jaren zestig is plm 1 tot 2 meter zand afge voerd De bodem bestaat uit een mariene pleistocene afzetting van 2 tot 3 miljoen jaar oud, de zgn. Formatie van Merksem. Dit bestaat uit een okergeel tot bruinrood matig grof zand met een duidelijke gelaagde structuur. Deze gelaagdheid wordt geaccentueerd door het plaat selijk optreden van sterk verkitte, harde banken met een hoog gehalte aan ijzerverbindingen; ze vormen een voor water ondoorlaatbare laag. Eveneens plaatselijk, vanwege de schelpenrijkdom (met o.a. Chlamys opercula- ris (L.), Corbula gibba Olivi, Pecten maximus compla- natus Sowerby en Neptunus contraria) is het hoge kalkgehalte (tot 10$ CaC03 in een reeds enigermate uitgeloogd dagzomend pakket, VAN RUMMELEN 1965)- In de ondergrond wisselen sterk en minder sterk kalkhou- dende lagen elkaar af. Humus vinden we zeer spaarzaam en alleen in de bovenste decimeters, voornamelijk o.i.v. de bemesting; dieper gaand is het zand humus- loosHet lutum(leem)gehalte is zeer laag. We hebben hier dus te maken met een uitermate onvruchtbare (schrale) bodem die gezien de poreusheid (tamelijk grove korrel) en de grote hoogte boven de gemiddelde grondwaterstand, sterk aan uitdroging onderhevig is. De begroeiing van het terrein bleek te zijn opgebouwd uit vooral warmteminnendevan een droge standplaats houdende, vaak fraai bloeiende-akkeronkruiden Grofweg konden we 5 vegetatietypen onderscheiden (zie kaartje) n.l. A. Dit gedeelte bestaat uit een, slechts uit enkele soorten bestaande, begroeiing van een zeer droge, open, zonnige en zandige standplaats met als domine rende vertegenwoordigers, in ongeveer gelijke mate voorkomend, Schapezuring (Rumex acetosella) en Haze- 2 3 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 46