schrikt, tussen de bomen wegschoot. Een deelnemer vertelde dat hij een tweetal Ransuilen die in een boom zaten, had kunnen gadeslaan. Na dit evenement werd het tempo duidelijk versneld. Het was al wat later in de middag geworden en zeker niet minder koud. Velen zet ten er dus stevig de pas in om direct na aankomst zo snel mogelijk te vertrekken. De excursieleider nam rond half vijf afscheid van de meer geharde deelnemers, echter niet zonder eerst een drietal nieuwe leden genoteerd te hebben. Ofschoon het aantal waarnemingen wat tegenviel was het toch voor iedereen een geslaagde middag. Waargenomen soorten: Roodborst 9, Zwarte Kraai 3, Bonte Kraai 20, Kauw 10, Merel 15, Zanglijster 10, Kramsvogel 4, Koperwiek 3» Kievit 50, Scholekster 1, Wulp.2, Ekster 6, Kolgans ca. 600, Meerkoet 15, Kokmeeuw 20, Zilvermeeuw 2, Wintertaling 1, Wilde Eend 5, Koolmees 3, Sijs 2, Goudhaantje 5, Ransuil 3, Veldleeuwerik 2 en Groenling 1, M.Jansen, Goes. KANAALEILAND SLUISKIL, 20 januari 1980. Om twee uur stonden 5 personen startklaar om een wandeling te ma ken over het kanaaleiland. Eigenlijk is het al jarenlang geen ei land meer. Het schijnt vroeger erg mooi te zijn geweest, helemaal overgroeid met bomen en struiken. Momenteel bestaat het uit een brede "boulevard" met aan de ene kant allerlei bedrijven (van schrootverwerkende tot asfaltbedrijven) en aan de andere kant het kanaal. Wegens ziekte kon Titus deze excursie niet leiden en had ik het overgenomen. Op het eiland ontmoetten we nog twee belangstellende die de par keerplaats niet gevonden hadden. De eerste vogels die we zagen waren een groepje Meerkoeten met een 9 Kuifeend er tussen. Verder vertoonden zich Wilde Eend, Kuifeend, de altijd slapende Tafeleend en Wintertaling. Nadat een grote boot met slepers gepasseerd was, kwam een groep Slob eenden langsvliegen en flitsten twee Zaagbekken voorbij (waar schijnlijk Middelste Zaagbek). Even later vloog een groep van ca 50 Rietganzen over. Op de punt van het eiland zat een een zame Kievit te wachten op het invallen van de dooi. We besloten om flink door te stappen naar de andere punt om weer wat op temperatuur te komen. Daar aangekomen vloog een Watersnip op. Een stootvogel aan de overkant in het topje van een boom was niet op naam te brengen vanwege de afstand. Ook twee Wulpen trok ken onze aandacht. Op het dak van de spuiterij zagen we nog een Zilvermeeuw, die aan de onderzijde besmeurd was met olie. Braakballen, zeer vers, die we vonden, konden we niet thuisbrengen; ook de producent ervan liet zich niet zien. Koud, maar voldaan besloten we de tocht. Waargenomen soorten: Wilde Eend plm 500, Wintertaling 10, Kuifeend 40, Tafeleend 25, Zaagbek (spec) 2, Bergeend 1, Kievit 1, Water snip 1, Wulp 2, Rietgans 40 i. 50, Meerkoet plm 200, Zilvermeeuw, Stormmeeuw, Kokmeeuw, Grote Mantelmeeuw, Spreeuw, Huismus, Zwarte Kraai, Roek en Ekster 2. Marion Ysebaert. 4 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1980 | | pagina 16