Castelijns, Wim Wisse, Ed Steijns, Guus Harts, Huub Bun, Peter
Mangnus, Richard Bleyenberg en even later ook Marc Willaert,
Hans Esseling en Jan Lievens. Al deze personen zou ik nogmaals
hartelijk willen bedanken voor hun bereidwillige medewerking.
Het getelde gebied is door ons onderverdeeld in 6 stukken, die
werden geteld op of rond de aangegeven datum, Meestal verschilde
het niet meer dan één dag. Bij voorkeur werd er even voor hoog wa
ter geteld. De vogels zitten dan nog op 'n klein stukje slik, wat
nog niet is ondergelopen. Vlug zoeken ze nog wat voedsel alvorens
ze naar de hoogwatervluchtplaatsen vliegen. Een paar uur eerder
tellen zou ook wel kunnen, maar dan liggen er meestal heel brede
stukken slik droog die lastig te tellen zijn. Bij de in de tabel
vermelde aantallen dient een kanttekening geplaatst te worden.
Aan deze aantallen kan m.i. geen al te grote waarde worden gehecht.
Het geeft slechts een indikatie van hoeveel vogels er op dat mo
ment zaten, het is slechts een indruk, een momentopname. Als er
b.v. 3496 Scholeksters vermeld staan, dan zaten daar in werkelijk
heid natuurlijk niet precies zoveel. Het werkelijke aantal zit er
wel in de buurt. In dit geval zou dat tussen de 3400 en 36OO kun
nen liggen. Er zit dus een fout in die beïnvloed wordt door de
volgende factoren:
Dubbeltellingen zijn mogelijk, maar ook kunnen er groepen vogels
niet geteld worden, als er b.v. iets te laat geteld wordt, dus
als er al vogels binnensijks zitten. Zo zijn er nog heel wat meer
fouten te verzinnen, maar het heeft niet zo'n zin om daar nu ver
der op in te gaan.
In totaal zijn er 85 soorten vogels waargenomen! De belangrijkste
'i staan met aantal vermeld in de tabel. De meer algemene vogels zyn
zonder meer de Scholeksters en Bonte Strandloper die alle twee
door h el het gebied verspreid zitten. Dat is niet bij alle soor
ten zo. Bijvoorbeeld de Smient en Pijlstaart concentreren zich
vooral rond het Hellegat en in iets mindere mate ook richting
Paal. De Middelste Zaagbek daarentegen zoekt het vooral bij de
havens van Terneuzen.
Natuurlijk is er ook een verschil in de tijd. De Bergeend b.v.
neemt in aantal toe naarmate de winter vordert, tegen het
voorjaar wordt deze soort weer minder talrijk. De Kluut en
Kievit lieten in de koudste maanden verstek gaan terwijl juist
dan de Meerkoet verschijnt; waarschijnlijk door de strenge vorst
verdreven van de kreken. Er zijn ook een aantal heel leuke
soorten gezien. Zij staan hieronder vermeld bij de overige waar
genomen vogels.
Roodkeelduiker (12-11, lex, JvdS, Jdh, havens Terneuzen),
Canadese Gans 10-32ex, T+MIJ, H+MCPM, WW, Hellegat),
Wilde Zwaan 7 41ex, HE, JL, MW, Paal), Blauwe Kiekendief,
Zwarte Wouw (7-4, 1ex, PM, Hellegat), Torenvalk, PatrijsFazant
Waterhoen, Goudplevier (9-12, 22ex)Kleine Plevier (12-11,1ex),
Zwarte Ruiter (12-11, 2ex)Groenpootruiter (12-11, 4ex)
60