VERSLAG EXCURSIE BRAAKMAN, 2 maart 1980. Op zondag 2 maart kwamen we bijeen bij de ingang van het recrea tieterrein voor een tocht om het noordelijke gedeelte van de Braakman» De enigszins manke Henk Casteleyns kon de tocht slechts gedeeltelijk te voet leiden vanwege een verstuikte enkel. Dit ging hem zeer aan het hart! Was het de mist, het vroege ver trekuur, de lange wandeling of de wel zeer vroege aankondiging van deze tocht in de Steltkluut van december, het aantal deel nemers bedroeg slechts twaalf! Deze werden voor hun moeite zeer zeker beloond. Nog bij het vertrekpunt vloog er een koppel Grauwe Ganzen over, waarvan één met oranje halsring. Het nummer was door de nevel niet leesbaar. Aan de zuiderkant van de rijksweg zagen we een Buizerd laag over een weiland vliegen en neerstrijken op een paal. Links van de weg vlogen vijf Watersnippen op uit het riet. Na een klein stukje op de oostelijke dijk te hebben gelopen, zorgde een vlak voor ons uit het gras opvliegende Velduil voor een goed be gin van de tocht. De eerste Aalscholvers vlogen en zwommen rond. Later telden we er 26, waarvan sommige in de hun karakteristieke houding, de vleugels lieten drogen, zittende op het strand» Hier bevond zich ook een Kleine Zwaan. Nu kregen de verschillende eendesoorten onze aandacht: Slobeend, Wilde Eend, Tafeleend, Bergeend, Kuifeend, Brilduiker, Smient, Middelste Zaagbek en Wintertalling lieten zich bewonderen. Ook de zon liet zich zien. Enkele voorbode van de naderende lente reageerden hierop: de Grutto riep voor het eerst weer zijn eigen naam, we hoorden Grote Lijster en Veldleeuwerik, terwijl enkele Kieviten hun dwarrelende baltsvlucht uitvoerden. In een groepje gemengde ganzen graas den twee Rotganzen, een Rietgans en twee ontsnapte bastaardgan zen tussen 15 Grauwe Ganzen. Op het aanlegsteigertje van een eilandje stonden vijf Blauwe Reigers zeer onbeweeglijk te wachten. Bij de zeedijk aangekomen konden we op een stukje ruig terrein Rietgorzen bekijken. We liepen nu in westelijke richting aan de ScheldeoeverNaast de eerder genoemde eendesoorten zagen we er ook Wulp, Scholekster en Oeverlopers. Voordat we linksaf bogen, richting Noorderbos, konden we nog net een vrouwtje Blauwe Kie kendief .achter de zeedijk zien verdwijnen. Op de terugweg bleek het rustig te zijn in het bos. Gehoord werden Groene Specht, Waterral, Winterkoninkje, Goudhaantje, Roodborst en enkele mezen. Heel even liet de Grote Bonte Specht zich zien. Op een vooruit stekend dammetje hadden we uitzicht op een strandje waarop Wul pen, Kluten en Kieviten naar voedsel zochten. Het laatste half uurtje wandelen bracht ons om 15*15 uur terug bij het beginpunt. Waargenomen soorten: Buizerd 1, Watersnip 5» Aalscholver 26, Slobeend 6, Velduil 1, Wulp 21, Scholekster 26, Brilduiker 8, Bergeend 25, Koperwiek 1, Graspieper 6, Rotgans 2, Kleine Zwaan 1, Fuut 21, Tafeleend 2, Smient 158, Patrijs 6, Middelste Zaagbek 11, Grote Zaagbek 2, Grutto 15, Rietgors 6, Zwaangans 2, Wintertalling 17» Grauwe Gans 15, Tureluur 2, Blauwe Reiger 6, Grote Mantelmeeuw 2, Veld- 81

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1980 | | pagina 19