naast de formatie vliegen er nog anderen rond terwijl het ook wel lijkt of er Gierzwaluwen uit de formatie vliegen en anderen er weer in terug komen. Een andere vraag, hoever vliegen ze? In de buurt van het nest zie je ze overdag practisch niet, de enkele keer dat ik ze daar waar nam was dan nog voor 12=00 uur» s Morgens zo rond 1 a 2 uur na zonsopgang, maar vooral s avonds zo'n 2 uur voor zonsondergang tot het donker waren de meeste te tellen. De eerste die ik waarnam was op 22 mei. dag^^^ uur aantal dag Sk uur aantal 22-5-79 20.45 6 26-6-79 N), 6.15 12 25-5-79 21.15 8 30-6-79 21.15 16 1-6-79 21.15 8 31-6-79 6.15 12 3-6-79 21.15 14 7-7-79 21.15 18 6-6-79 21.15 18 25-7-79 21.00 30 11-6-79 6.45 8 30-7-79 21 .00 34 15-6-79 6.45 10 31-7-79 6.15 8 25-6-79 20.45 18 20 3-8-79 geen enkele meer te z Het aantal nesten wordt door mij geschat op 7 a 8, dit naar het aantal plaatsen waar ik geregeld de Gierzwaluwen naar binnen zag schieten. Het is mogelijk dat de Gierzwaluwen in de spouwmuur broeden, die ze door de ontstane spleten bereiken. Ik kan inmiddels zijn verzuchting, dat Gierzwaluwen tellen een moei lijke opgave is, volledig delen. Alleen door regelmatige observatie bij de broedplaats kan men een betrouwbare indruk krijgen van het totaal aantal broedparen. Wil men geheel O.Z.Vlaanderen inventariseren, dan is daarvoor zeer veel tijd nodig. En die had ik niet. Een andere moeilijkheid is, om later in het seizoen uit te maken wat broedvogels zijn en wat reeds uitgevlogen jongen. In de hand zijn adulten en juvenielen nauwe lijks van elkaar te onderscheiden, laat staan in de vlucht. Daarom is onze inventarisatie meer kwalitatief dan kwantitatief geworden: We hebben een redelijk goede indruk waar in de zomer van 1979 re gelmatig Gierzwaluwen verbleven en in vele gevallen ook of ze er 105

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1980 | | pagina 11